DMK32010
X/
Vergeet niet de motor uit te schakelen wanneer u onderhoudswerken wilt uitvoeren, tenzij
anders aangeduid. Als de eigenaar niet vertrouwd is met het onderhoud van de machine,
moet dit werk worden gedaan door een Yamaha-dealer of een andere bekwame mecanicien.
DMK30910
REINIGINGS- EN INSPECTIESCHEMA
De frequentie van de onderhoudsverrichtingen mag worden aangepast volgens de bedrijfsomstan-
digheden, maar de volgende tabel geeft algemene richtlijnen.
Het merkteken ( ) geeft de controles aan die u zelf kunt uitvoeren.
Het merkteken
geeft werk aan dat door uw Yamaha-dealer moet worden uitgevoerd.
(
1
)
Element
Brandstoffilter
Brandstofsysteem
Brandstoftank *3
Gasklepverbinding
Stationair toerental
Bougie
Trim-en kantel-
bekrachtigingssysteem *1
Bedrading en connector
Uilaatlek
Waterlek
Smeerpunten
Tandwielolie
Boutenen en moeren
Motorkapklem
Anode
Schroef
Buitenkant motor
Koelwaterdoorgang *4 Reinigen
Accu *2
*1. Voor model met trim-en kantelbekrachtiging / kantelbekrachtiging
*2. Voor model met elektrische starter
*3. Als de motor met een draagbare brandstoftank is uitgerust.
*4. Bij bedrijf in zout-, troebel of modderig water, moet de motor worden gespoeld met schoon water na elk
gebruik.
ONDERHOUD EN BIJREGELING
Interval
Reinigen/Vervangen
Inspectie
Reinigen
Inspectie/Bijregelen
Inspectie/Bijregelen
Reinigen/Bijregelen
/Vervangen
Inspectie
Reinigen/
Heraansluiten
Inspectie
Inspectie
Smeren
Verversen
Heraanspannen
Inspectie/Bijregelen
Inspectie/Vervangen
Inspectie
Inspectie
Inspectie/Iading
Eerste beurt
10u (1m.) 50u (3m.) 100u (6m.) 200u (1j.)
1
(elke
maand)
4-10
NL
Daarna om de
Zie pag.
4-14
4-13
4-26
1
4-15
4-11
4-21
4-16
4-17
4-17
4-18
4-24
4-31
1
4-27
4-22
4-31
4-7
4-28
—
—