Oppervlak
1. Druk eenmaal op de functiekeuze-toets
bool als symbool voor de meetmodus
display.
2. Meet nu de lengte en breedte van het te meten oppervlak door
op de MEAS-toets
het oppervlak-symbool knippert voor de afzonderlijke meet-
waarden op het display. Direct na de tweede meting wordt het
berekende oppervlak als resultaat
geven en de desbetreffende regel voor het oppervlak-symbool
stopt met knipperen. Lengte, breedte en omtrek worden in volg-
orde in de bovenste drie regels van het display weergegeven.
Volume
1. Druk tweemaal op de functiekeuze-toets
als symbool voor de meetmodus
2. Meet nu de lengte, breedte en hoogte van het te meten volume
door op de MEAS-toets
gel voor het volume-symbool knippert voor de afzonderlijke
meetwaarden op het display. Direct na de derde meting wordt
het berekende volume als resultaat
geven en de desbetreffende regel voor het volume-symbool
op het display stopt met knipperen. Lengte, breedte en hoogte
worden in de bovenste drie regels in volgorde weergegeven.
106 NL/BE
te drukken. De desbetreffende regel voor
16
23
25
te drukken. De desbetreffende re-
16
. Het oppervlak-sym-
15
verschijnt op het
25
op het display weerge-
. Het volume-symbool
15
verschijnt op het display.
op het display weerge-
23