9.3 Raadgevingen voor de bewaring
Temperaturen
De werktemperaturen van het apparaat zijn ingesteld
op de aanbevolen graden van +5°C voor de koelkast,
0°C voor Fresco-laden en -18°C voor de vriezer.
PLAATSING VAN HET VOEDSEL
Koelkastdeur
Deur koelkastcompartiment
>
Bewaar eieren, boter, kaas enz. in de bovenste en
centrale delen.
>
Bewaar drankjes, flessen, blikjes etc. in het onder-
ste gedeelte.
Koelvak
>
Bewaar conserven, wijn, koekjes etc. in het
bovenste deel.
>
Bewaar zuivelproducten, kant-en-klaarmaaltijden,
gebak,
vruchtensappen, bier etc. in het centrale deel.
>
Bewaar vlees, vleeswaren enz. in het onderste ge-
deelte.
>
Bewaar vers en tropisch fruit, groenten, wortelen,
aardappelen, uien, enz. in de fruit- en groentelade.
Diepvriesvak
>
Het soort voedsel, de hoeveelheid en de datum van
invriezen moeten op de container/verpakking ver-
meld worden.
>
Gebruik kleine houders, die indien mogelijk al koud
zijn.
>
De hoeveelheid vers voedsel die tegelijkertijd kan
worden ingevroren, staat vermeld op het plaatje in het
koelvak.
>
Gebruik geschikte diepvrieszakjes, aluminiumfolie,
huishoudfolie
voor gebruik met voedsel en diepvriescontainers.
>
Gebruik geen papieren zakken, cellofaan voor non-
food gebruik, boodschappentassen of reeds gebruik-
te diepvrieszakjes.
>
Voorkom dat bevroren voedsel in contact komt met
vers voedsel dat ingevroren moet worden.
>
Bewaar diepvriesgroenten, ijblokjes, ijs enz. in zak-
ken.
NL
163