Het hulpmiddel is uitsluitend bedoeld voor meervoudig gebruik door één
patiënt.
AANLEGINSTRUCTIES
Tips voor maatvoering
• De Miami J Select is een verstelbare kraag die geschikt is voor de
meeste volwassen en adolescente patiënten; de kraag is mogelijk niet
geschikt voor sommige patiëntfenotypen (af b. 2) en anatomische
variaties.
– De Miami J Select is geschikt voor de patiëntfenotypen Stevig
(af b. 2b), Lang (af b. 2d), Normaal (af b. 2e) en Kort (af b. 2f ).
– De Miami J Select is niet getest bij de patiëntfenotypen Superkort
(af b. 2a) en XS (af b. 2c) en mag daarom niet bij deze patiënten
worden gebruikt.
• Stel in op de gewenste hoogte die comfortabel past en waarmee de
gewenste behandelingsstand bereikt wordt.
– Hoogte-instellingen 2-5 worden het meest gebruikt. Hoogte-
instellingen 1, 6 en 7 zijn minder vaak nodig.
• Controleer, zodra de patiënt kan zitten/staan na het eerste
aanbrengen, of de wervelkolom zich in de gewenste
behandelingsstand bevindt en pas zo nodig de hoogte-instelling aan.
• Het is aan te bevelen om patiënten vóór de operatie aan te meten,
om een goede pasvorm te garanderen.
– De maat van de nekkraag is na een operatie moeilijk te bepalen als
gevolg van verbandmateriaal en zwellingen.
Aanwijzingen voor het aanbrengen
Zorg ervoor dat het juiste wervelkolomprotocol wordt gevolgd tijdens het
aanbrengen.
1. Controleer of de voering onder de plastic rand uitsteekt en of de
borstbeenontlastknop verticaal staat, zoals weergegeven in afbeelding 1.
2. Schuif het achterpaneel achter de nek van de patiënt en centreer het,
waarbij de pijl op het paneel omhoog wijst (af beelding 3).
Opmerking: Lang haar moet buiten het plastic worden gehouden.
3. Schuif de voorkant van de kraag omhoog langs de borstwand tot de
onderkant van de tracheale opening zich ter hoogte van het kuiltje
boven het borstbeen bevindt. De kinsteun mag op dit moment geen
contact maken met de kin. (Af b. 4). De zijkanten van de voorzijde van
de kraag moeten omhoog wijzen, vanaf de trapezium in de richting
van de oren.
4. Houd de kraag tegen de borst met de onderkant van de tracheale
opening ter hoogte van het kuiltje boven het borstbeen; druk de
hoogte-instelknop in en stel de kinsteun handmatig af om de
gewenste hoogte te bereiken (af b. 5).
5. Is de gewenste hoogte bereikt, laat de hoogte-instelknop dan los om
de kinsteun te vergrendelen.
6. Controleer of de kraag aan beide kanten de juiste hoogte heeft. Druk
op de hoogte-instelknop en maak zo nodig zeer kleine aanpassingen.
7. Houd de voorzijde stevig vast en positioneer de zijkanten van de
voorzijde in de zijkanten van het achter paneel. Bevestig de
klittenbanden van het achterpaneel aan de bevestigingsplaatsen aan
de voorzijde. Trek de banden om en om aan totdat beide kanten even
lang zijn. (af b. 6)
53