3. Duw tegen de vaste onderste beschermkap totdat de opbergpoten (61)
in de tafel klikken. Afbeelding Q2 laat de vaste onderste beschermkap
zien in opgeborgen positie.
4. U kunt de beschermkap uitnemen door in de vaste beschermkap te
knijpen en de beschermkap van de tafel te lichten.
HET ZAAGBLAD CONTROLEREN EN AAN DE AFSCHEIDING AANPASSEN (AFB. F1–F4)
1. Maak het veerslot (8) van de verstekzaag los.
2. Plaats uw duim op de verstekzaagarm (7) en druk het veerslot van de
verstekzaag (8) in om de verstekzaagarm (9) vrij te geven (afb. F1)
3. Draai de verstekzaagarm totdat het veerslot het in de 0º
verstekzaagpositie plaatst.
4. Controleer dat de twee 0º markeringen (47) op de verstekzaagschaal
(10) nét zichtbaar zijn (afb. F2).
5. Plaats een tekenhaak (48) tegen de linkerzijde van de afscheiding (11)
en het zaagblad (43) (afb. F3).
WAARSCHUWING: Raak de punten van de zaagtanden niet
aan met de tekenhaak.
Als aanpassing nodig is, ga dan als volgt te werk:
1. Maak de schroeven (49) los en beweeg de schaal/verstekzaagarm
assemblage naar links of rechts, totdat het zaagblad 90º ten opzichte
van de afscheiding staat, zoals gemeten met de tekenhaak (afb. F4).
2. Maak de schroeven (49) weer vast.
HET ZAAGBLAD CONTROLEREN EN AAN DE TAFEL AANPASSEN (AFB. G1–G4)
1. Maak de schuine klemhendel (12) los (afb. G1).
2. Druk de zaagkop naar rechts om er zeker van te zijn dat hij volledig
verticaal staat, en maak de schuine klemhendel vast.
3. Plaats een ingestelde tekenhaak (48) op de tafel en omhoog tegen het
zaagblad (43) (afb. G2).
WAARSCHUWING: Raak de punten van de zaagtanden niet
aan met de tekenhaak.
Als aanpassing nodig is, ga dan als volgt te werk:
1. Maak de schuine klemhendel (12) (afb. G1) los en draai de stopschroef
voor verticale positieaanpassing (50) naar binnen of naar buiten
(afb. G3) totdat het zaagblad op 90º ten opzichte van de tafel staat,
zoals gemeten met de tekenhaak (afb. G2).
2. Als de schuine aanwijzer (51) geen nul (0) op de schuine schaal (52)
aangeeft, maakt u de schroeven (53) los die de schaal beveiligen en
beweegt u de schaal naar behoefte (afb. G4).
DE SCHUINE HOEK CONTROLEREN EN AANPASSEN (AFB. H1, H2)
De schuine negeerknop (54) maakt het mogelijk de max. schuine hoek naar
wens in te stellen op 45º of 48º (afb. H1).
– Links = 45º
– Rechts = 48º
1. Zorg ervoor dat de negeerknop (54) zich in de linkerpositie bevindt.
2. Maak de schuine klemhendel (12) los en beweeg de zaagkop naar
links. Dit is de 45º schuine positie.
3. Als aanpassing nodig is, ga dan als volgt te werk:
4. Draai de stopschroef (55) naar binnen of buiten zoals gewenst totdat de
wijzer (51) 45º aangeeft (afb. H2).
WAARSCHUWING: Als u deze aanpassing uitvoert, is het aan
te bevelen om het gewicht van de zaagkop te halen door deze
vast te houden. Dit maakt het makkelijker om de aanpasschroef
te draaien.
HET SPLIJTMES AANPASSEN (AFB. A2, J1, J2)
De instelling is correct is als de bovenkant van het splijtmes (15) zich
niet meer dan 2 mm onder de hoogste tand van het zaagblad bevindt.
Daarnaast mag de afstand tussen de uiteinden van de zaagbladtanden en
de kromming van het splijtmes maximaal 5 mm bedragen (afb. J1).
1. Stel de zaagbanktafel in op de lage stand.
2. Maak de zeskantschroef (57) los die het mogelijk maakt dat de steun
ronddraait en het splijtmes omhoog en omlaag beweegt (afb. J2).
3. Draai de steun rond en schuif het mes ofwel omhoog ofwel omlaag
totdat de juiste positie is bereikt.
4. Maak de schroef (57) weer stevig vast.
5. Plaats de tafel opnieuw.
BEDIENING
Instructies voor gebruik
WAARSCHUWING: Houd u altijd aan de veiligheidsinstructies
en toepassingregels.
WAARSCHUWING: Om het gevaar op letsel te
verminderen, moet u het apparaat uitschakelen en de
stroombron van de machine afsluiten voordat u accessoires
installeert of verwijdert, voordat u instellingen aanpast of wijzigt,
of wanneer u reparaties uitvoert. Het onbedoeld opstarten kan
letsel veroorzaken.
WAARSCHUWING:
• Het is belangrijk dat de machine wordt geplaatst
overeenkomstig ergonomische condities waar het betreft
hoogte en stabiliteit van het werkblad. De plaats van de
machine moet zo worden gekozen dat de gebruiker een goed
overzicht heeft en voldoende ruimte rond de machine heeft
voor het zonder enige beperkingen werken met het werkstuk.
• Verminder de effecten van trillingen door ervoor te zorgen dat
de omgevingstemperatuur niet te koud is, de machine en de
accessoires goed zijn onderhouden en dat de omvang van
het werkstuk geschikt is voor deze machine.
• Zorg ervoor dat het te zagen materiaal stevig op zijn plaats is
bevestigd.
• Gebruik slechts licht druk op het gereedschap en oefen geen
zijdelingse druk op het zaagblad uit.
• Vermijd overbelasting.
• Verwijder stof altijd uit de machine na gebruik om ervoor te
zorgen dat de onderste bescherming correct functioneert.
Gebruikers in het VK worden gewezen op de „voorschriften voor
houtbewerkingsmachines 1974" en alle aanvullingen daarop.
VOOR DE BEDIENING
• Installeer het geschikte zaagblad. Gebruik geen extreem versleten
zaagbladen. De maximale rotatiesnelheid van het gereedschap mag die
van het zaagblad niet overschrijden.
• Probeer geen extreem kleine delen te zagen.
• Laat het zaagblad vrij zagen. Forceer het niet.
• Laat de motor de volledige snelheid bereiken voordat u zaagt.
• Zorg ervoor dat alle vergrendelingknoppen en klemhendels vast zitten.
AAN EN UIT SCHAKELEN (AFB. A1)
• Om het gereedschap aan te zetten drukt u op de aan/uit schakelaar (1).
• Om het gereedschap uit te zetten, drukt u nogmaals op de aan/uit
schakelaar (1).
Stofafvoer
WAARSCHUWING! Sluit, wanneer dat maar mogelijk is,
een toestel voor stofafzuiging aan dat is ontworpen in
overeenstemming met de relevante voorschriften voor
stofemissie
Breng een stofverzamelsysteem aan dat is ontworpen in overeenstemming
met de relevante voorschriften. De luchtsnelheid van externe verbonden
systemen dient 20 m/s ±2 m/s te zijn. De snelheid dient te worden
opgemeten in de verbindingsbuis op het punt waar deze wordt verbonden,
waarbij het werktuig wel is verbonden maar niet aan staat.
Zie Optionele accessoires voor meer informatie.
Transporteren (Fig. 1A)
Transporteer de machine met behulp van de handgrepen (13).
WAARSCHUWING: Vervoer de machine altijd in de
zaagbankstand met de bovende zaagbladbeschermkap
gemonteerd. Controleer dat de bovenste beschermkap het
zaagblad volledig afdekt. Draag de machine nooit aan de
beschermkap.
Basis zaagsneden
ZAGEN IN DE MODUS VERSTEKZAGEN
Het is gevaarlijk om zonder bescherming te werken. De beschermingen
moeten tijdens het zagen op hun plaats zitten.
NEDERLANDS
65