8. Veiligheid, onderhoud, nauwkeurigheidstest en
verwijdering
m
Veiligheid en bescherming
Volg de instructies voor correct gebruik. Deze documentatie
voorziet u van belangrijke bedienings- en veiligheids-
voorschriften betreffende dit apparaat. Lees de documentatie
zorgvuldig door vóór ingebruikname van het apparaat en
bewaar het voor latere raadpleging.
Dit apparaat mag uitsluitend worden gebruikt voor het doel
zoals in de gebruiksaanwijzing beschreven. De fabrikant kan
niet aansprakelijk worden gesteld voor schade veroorzaakt
door onjuist gebruik.
Dit apparaat bevat gevoelige componenten en moet met voor-
zichtigheid worden behandeld. Neem de bewaar- en bedien-
ingsvoorschriften in acht, zoals beschreven in het hoofdstuk
«Technische specificaties»!
De manchet is kwetsbaar en moet met zorgvuldigheid worden
behandeld.
Alleen de manchet oppompen wanneer het aan de arm is
aangebracht.
Gebruik het apparaat niet wanneer u vermoedt dat het
beschadigd is of wanneer u tijdens het gebruik iets ongebruike-
lijks constateert.
Open het apparaat nooit.
Lees de verdere veiligheidsinstructies in de afzonderlijke para-
grafen van dit boekje.
De gemeten resultaten met dit apparaat stellen geen diagnose.
Het vervangt geen conslutatie van een arts, zeker niet wanneer
symptomen niet overeenkomen. Vertouw niet enkel op het
meetresultaat, neem altijd de overige symptomen in beschou-
wing, evenals de terugkoppling van de patient. Bij twijfel altijd
contact opnemen met uw arts.
Laat kinderen het apparaat alleen onder toezicht van een
volwassene gebruiken. Kleine onderdelen kunnen worden
ingeslikt. Wees alert op het gevaar van verstrengeling,
indien het apparaat is voorzien van kabels of slangen.
m
Contra-indicaties
Gebruik dit apparaat niet als de toestand van de patiënt aan de
volgende contra-indicaties voldoet, om onnauwkeurige metingen
of verwondingen te voorkomen.
Microlife BP B2 Easy
Het apparaat is niet bedoeld voor het meten van de bloeddruk
bij pediatrische patiënten jonger dan 12 jaar (kinderen,
zuigelingen of pasgeborenen).
De aanwezigheid van significante hartritmestoornissen tijdens
de meting kan de bloeddrukmeting verstoren en de betrouw-
baarheid van de bloeddrukmetingen beïnvloeden. Overleg met
uw arts of het apparaat in dit geval geschikt is voor gebruik.
Het apparaat meet de bloeddruk met behulp van een drukman-
chet. Als de ledematen die gemeten worden verwondingen
hebben (bijvoorbeeld open wonden) of onder omstandigheden
of behandelingen (bijvoorbeeld intraveneuze infusie) waardoor
het ongeschikt is voor contact met het oppervlak of druktoe-
passing, gebruik het apparaat dan niet om verergering van de
verwondingen of omstandigheden te voorkomen.
Bewegingen van de patiënt tijdens de meting kunnen het meet-
proces verstoren en de resultaten beïnvloeden.
Vermijd het meten van patiënten met aandoeningen, ziekten en
patiënten die vatbaar zijn voor omgevingscondities die leiden
tot oncontroleerbare bewegingen (bijvoorbeeld trillen of beven)
en patiënten die niet duidelijk kunnen communiceren (bijvoor-
beeld kinderen en bewusteloze patiënten).
Het apparaat gebruikt een oscillometrische methode om de
bloeddruk te bepalen. De arm die wordt gemeten, moet een
normale perfusie hebben. Het apparaat is niet bedoeld voor
gebruik op een ledemaat met een beperkte of verstoorde bloed-
circulatie. Als u last heeft van doorbloedings- of bloedziekten,
raadpleeg dan uw arts voordat u het apparaat gebruikt.
Vermijd metingen op de arm aan de kant van een borstampu-
tatie of lymfeklierverwijdering.
Gebruik dit apparaat niet in een bewegend voertuig (bijvoor-
beeld in een auto of vliegtuig).
m
WAARSCHUWING
Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, indien niet
vermeden, kan leiden tot de dood of ernstig letsel.
Dit apparaat mag alleen worden gebruikt voor het beoogde
gebruik dat in deze gebruiksaanwijzing wordt beschreven. De
fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade
veroorzaakt door een onjuiste toepassing.
Verander de medicatie en behandeling van de patiënt niet op
basis van het resultaat van een of meerdere metingen. Veran-
deringen in behandeling en medicatie mogen alleen worden
voorgeschreven door een medische professional.
NL
59