(Vertaling van de originele gebruiksaanwijzingen)
accessoires worden geleverd.
Op dezelfde wijze kan dankzij de mogelijkheid,
aanvullende uitrustingen te gebruiken (indien
dit door de fabrikant is voorzien), het voorziene
gebruik tot andere functies worden uitgebreid,
volgens de limieten en de voorwaarden die zijn
aangegeven in de gebruiksaanwijzingen die bij de
betreffende apparatuur worden geleverd.
De machine mag door slechts één be-
stuurder worden gebruikt.
De stabiliteit van de machine wordt
gereduceerd als er een frontaccessoi-
re anders dan de maaisysteemgroep
wordt gebruikt.
De machine moet altijd met minimaal
de maaisysteemgroep of een ander ge-
monteerd frontaccessoire worden ge-
bruikt .
2 .2 .1 Definitie van de gebruikers
Deze machine is bestemd voor gebruik door
consumenten, dat wil zeggen niet-professionele
gebruikers.
Deze machine is bestemd voor "hobbygebruik".
2 .3
ONEIGENLIJK GEBRUIK
Ieder willekeurig ander gebruik dat van het
hierboven vermelde gebruik afwijkt, kan gevaarlijk
zijn en schade aan personen en/of voorwerpen
toebrengen.
Onder oneigenlijk gebruik vallen (als voorbeeld,
naar niet alleen):
• het transporteren, op de machine of op een
aanhanger, van andere personen, kinderen of
dieren;
• het trekken of duwen van lasten zonder de
hiervoor bestemde trekinrichting (accessoire)
te gebruiken;
• het rijden met de machine over instabiel, glad,
bevroren, steenachtig of los terrein, of door
waterplassen of poelen die het niet mogelijk
maken de consistentie van de grond te beoor-
delen;
• het activeren van het maaisysteem op gedeel-
tes waar geen gras groeit.
Oneigenlijk gebruik van de machine
maakt iedere garantie ongeldig en on-
theft de fabrikant van iedere aansprake-
lijkheid; dit betekent dat de kosten die
voortvloeien uit schade of persoonlijk
NEDERLANDS
2 .4
De veiligheidsaanduidingen die op de machine zijn
aangebracht, wijzen de gebruiker op het gedrag
dat bij het gebruik van de machine in acht moet
worden genomen, met name bij werkzaamheden
die voorzichtigheid en oplettendheid vereisen.
2 .4 .1 Zelfklevende etiketten (4)
Het etiket bevindt zich:
• in de nabijheid van de hendel voor inschake-
ling/uitschakeling van de aandrijving.
letsel of schade aan derden voor reke-
ning van de gebruiker komen .
VEILIGHEIDSAANDUIDINGEN
LET OP. Wijst op een gevaar. Komt nor-
maal in combinatie met andere aandui-
dingen voor, die aangeven om wat voor
soort gevaar het gaat .
Let op! Lees vóór gebruik van de machine
de gebruikershandleiding.
Let op! Kijk uit voor eventuele rondslinge-
rende voorwerpen. Pas op voor eventuele
omstanders.
Let op! Gebruik altijd gehoorbescherming.
Let op! De machine is niet goedgekeurd
om op de openbare weg te rijden.
Let op! U mag met de machine,
uitgerust met de originele accessoi-
res, niet rijden op een helling met
een grotere hellingshoek dan 10°,
ongeacht de rijrichting.
Bandenspanning. Het etiket ver-
meldt de optimale waarden voor de
bandenspanning - zie hoofdstuk "0
TABEL TECHNISCHE GEGEVENS".
Een correcte bandenspanning is een
fundamentele voorwaarde om goede
resultaten te verkrijgen bij het gebruik
van de machine.
Indicatie blokkering parkeerrem.
Indicatie inschakeling / uitschakeling
aandrijving (4:A).
NL
5