NEDERLANDS
1. ALGEMENE VEILIGHEID VOOR HET BOOGLASSEN .................................................... 26
3. TECHNISCHE GEGEVENS . ............................................................................................... 27
3.1 SERIEPLAATJE ............................................................................................................ 27
5. INSTALLATIE . ..................................................................................................................... 27
5.3.1 Aanbevelingen ..................................................................................................... 28
LASAPPARAAT MET INVERTER VOOR MMA-LASSEN, VOOR INDUSTRIEEL EN
PROFESSIONEEL GEBRUIK.
Let op: In de volgende tekst wordt de term "Lasapparaat" gebruikt.
1. ALGEMENE VEILIGHEID VOOR HET BOOGLASSEN
De operator moet voldoende ingelicht zijn voor wat betreft een veilig gebruik
van de lasmachine en over de risico's in verband met de procedures van het
booglassen, de desbetreffende beschermingsmaatregelen en procedures bij
noodgevallen.
(Ook de norm "EN 60974-9 raadplegen: Apparatuur voor booglassen. Deel 9:
Installatie en gebruik").
- Rechtstreeks contact met de lascircuits vermijden; de nullastspanning
geleverd door de lasmachine kan in bepaalde gevallen gevaarlijk zijn.
- De verbinding van de laskabels, de operaties van nazicht en reparatie moeten
uitgevoerd worden met een uitgeschakelde lasmachine die losgekoppeld is
van het voedingsnet.
- De lasmachine uitschakelen en loskoppelen van het voedingsnet voordat men
de versleten elementen van de toorts vervangt.
- De
elektrische
installatie
ongevallenpreventienormen en -wetten.
- De lasmachine mag uitsluitend verbonden worden met een voedingsnet met
een neutraalgeleider verbonden met de aarde.
- Verifiëren of het voedingscontact correct verbonden is met de beschermende
aarde.
- De lasmachine niet gebruiken in vochtige of natte ruimten of in de regen.
- Geen kabels met een versleten isolering of met loszittende verbindingen
gebruiken.
- Bij een koeleenheid met vloeistof moet het vullen worden uitgevoerd met het
lasapparaat uitgeschakeld en afgesloten van het voedingsnet.
- Niet lassen op containers, bakken of leidingen die vloeibare of gasachtige
ontvlambare producten bevatten of bevat hebben.
- Vermijden te werken op materialen die schoongemaakt zijn met chloorhoudende
oplosmiddelen of in de nabijheid van dergelijke producten.
- Niet lassen op bakken onder druk.
- Alle ontvlambare producten uit de werkzone verwijderen (vb. hout, papier,
vodden, enz.).
- Zorgen voor een adequate ventilatie of voor geschikte middelen voor de
afvoer van de lasrook in de nabijheid van de boog; er is een systematische
benadering nodig voor de evaluatie van de limieten van blootstelling aan de
lasrook in functie van hun samenstelling, concentratie en tijdsduur van de
blootstelling zelf.
- De gasfles (indien gebruikt) beschermen tegen warmtebronnen, inbegrepen
zonnestralen).
- Gebruik een geschikte elektrische isolatie voor de toorts, het werkstuk en
eventuele metalen onderdelen die in de buurt op de grond staan of liggen (die
aangeraakt kunnen worden).
Dit gebeurt gewoonlijk door het dragen van speciaal hiervoor geschikte
handschoenen, schoenen, een hoofddeksel en kleding en door het gebruik
van isolerende planken of tapijten.
- Bescherm de ogen altijd met de juiste filters die voldoen aan UNI EN 169 of UNI
EN 379, aangebracht op maskers of helmen die voldoen aan UNI EN 175.
Gebruik speciale brandwerende beschermende kleding (volgens UNI EN
11611) en lashandschoenen (volgens UNI EN 12477) om te voorkomen dat
de huid wordt blootgesteld aan de ultraviolette en infraroodstraling van de
lasboog; andere personen die zich in de buurt van de lasboog bevinden,
moeten worden beschermd door middel van niet-reflecterende schermen of
gordijnen.
- Geluid: Als er door bijzonder intensieve laswerkzaamheden een niveau van
dagelijkse blootstelling (LEPd) bestaat van 85 dB(A) of hoger, is het gebruik
van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen verplicht (Tab. 1).
ELEKTRISCHE EN MAGNETISCHE VELDEN KUNNEN GEVAARLIJK ZIJN
Elektrische stroom die door een geleider stroomt, veroorzaakt plaatselijke
elektrische en magnetische velden (EMV). De lasstroom creëert een EMV in de
uitvoeren
volgens
de
INHOUD
pag.
6.1 BASISPRINCIPES ........................................................................................................ 28
6.2 PROCEDURE ............................................................................................................... 28
7. ONDERHOUD ..................................................................................................................... 28
8. PROBLEMEN OPLOSSEN . ................................................................................................ 28
buurt van het lascircuit en het lasapparaat zelf.
Elektromagnetische velden kunnen sommige medische apparatuur (bijv.
pacemakers, ademhalingsapparatuur, metalen protheses, enz.) verstoren.
Er moeten geschikte beveiligingsmaatregelen worden getroffen voor dragers
van dit soort apparatuur. Verbied bijvoorbeeld de toegang tot het gebruiksgebied
van het lasapparaat of voer een individuele risicobeoordeling uit voor lassers.
Dit lasapparaat voldoet aan de technische productstandaards voor exclusief
gebruik in een industriële omgeving voor professionele doeleinden. De
naleving van de basislimieten met betrekking tot de blootstelling van mensen
aan elektromagnetische velden in een huishoudelijke omgeving wordt niet
gewaarborgd.
Alle gebruikers moeten de hieronder vermelde regels opvolgen, om de
blootstelling aan EMV's uit het lascircuit tot een minimum te beperken:
- de laskabels naar elkaar toe brengen. Ze bevestigen met plakband als dat
mogelijk is;
- hoofd en romp zo ver mogelijk verwijderd houden van het lascircuit;
- de laskabels nooit rondom metalen voorwerpen of om uw lichaam wikkelen;
- niet lassen met uw lichaam in het midden van het lascircuit;
- de beide laskabels aan dezelfde kant van uw lichaam houden;
- de retourkabel van de lasstroom aansluiten op het te lassen werkstuk, zo dicht
mogelijk bij de uitgevoerde las;
- niet dichtbij het lasapparaat lassen;
voorziene
- alle gebruikers moeten de vereiste minimumafstanden in acht nemen, zoals
aangegeven op het EMV-datablad;
- afstand tot de EMV-bron op een punt waarboven de blootstelling minder is dan
20% van de toegestane minimumwaarde is: d = 30 cm.
- Apparatuur van klasse A:
Deze lasmachine beantwoordt aan de vereisten van de technische standaard
van het product voor het uitsluitend gebruik op industriële plaatsen en voor
professionele doeleinden. De overeenstemming met de elektromagnetische
compatibiliteit is niet gegarandeerd in de gebouwen voor huiselijk gebruik en
in gebouwen die rechtstreeks verbonden zijn met een voedingsnet aan lage
spanning dat de gebouwen voor huiselijk gebruik voedt.
SUPPLEMENTAIRE VOORZORGSMAATREGELEN
- DE OPERATIES VAN HET LASSEN:
- In een ruimte met een verhoogd risico van elektroshock
- In aangrenzende ruimten
- In aanwezigheid van ontvlambare of ontploffende materialen
MOETEN vooraf geëvalueerd worden door een "Verantwoordelijke expert"
en altijd uitgevoerd worden in aanwezigheid van andere personen die
opgeleid zijn voor ingrepen in noodgeval.
De technische beschermingsmiddelen beschreven in 7.10; A.8; A.10 van
de norm "EN 60974-9: Apparatuur voor booglassen. Deel 9: Installatie en
gebruik" MOETEN gebruikt worden.
- Het lassen MOET verboden zijn terwijl de lasmachine of de draadvoeder
ondersteund wordt door de operator (vb. middels riemen).
- Het lassen MOET verboden zijn met een operator die van de grond opgeheven
staat, behoudens het eventueel gebruik van een veiligheidsplatform.
- SPANNING TUSSEN ELEKTRODENHOUDER OF TOORTSEN: wanneer men
werkt met meerdere lasmachines op een enkel stuk of op meerdere elektrisch
verbonden stukken, kan er een gevaarlijke som van nullastspanningen tussen
twee verschillende elektrodenhouders of toortsen gegenereerd worden, aan
een waarde die het dubbel van de toegelaten limiet kan bereiken.
Het is noodzakelijk dat een ervaren coördinator de instrumentmeting
uitvoert om te bepalen of er een risico bestaat, zodanig dat hij de geschikte
beschermingsmaatregelen kan treffen zoals wordt aangeduid in 7.9 van
de norm "EN 60974-9: Apparatuur voor booglassen. Deel 9: Installatie en
gebruik".
- Het lasapparaat mag door slechts één bediener worden gebruikt.
- De bediener moet de kabel met de elektrodehouderklem loskoppelen van de
machine wanneer het MMA-lassen is voltooid.
- Het gebied rondom het lasapparaat moet verboden zijn voor derden.
Bovendien mag het nooit onbewaakt worden achtergelaten.
- Toortsen die niet worden gebruikt, moeten in hun houder worden
teruggeplaatst.
RESIDU RISICO'S
- OMKANTELING: de lasmachine op een horizontaal oppervlak plaatsen met
een adequaat draagvermogen voor de massa; zoniet (vb. hellende, oneffen
bevloeringen enz...) bestaat het gevaar van omkanteling.
- Het is verboden om het samenstel van de wagen met het lasapparaat,
- 26 -
pag.