Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Berner BHFL399 Bedienungsanleitung Seite 47

Hochfrequenzlader
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
LOAD
Schakel de oplader op de moduskeuzeschakelaar in tuimelstand "omhoog" (LOAD).
Sluit de oplader aan op het stopcontact.
De Error (1) -indicator knippert wanneer geen of een bijna lege batterij
(accuspanning minder dan 3V) of accukabels verkeerd zijn aangesloten. Het
opladen begint automatisch zodra een functionerende batterij is aangesloten, zoals
aangegeven door de gele laad-LED (2). Wanneer de groene "Volledige" LED (3)
brandt, is de batterij volledig opgeladen en is de druppellading actief.
Het laadproces kan op elk moment worden onderbroken door de stekker uit het
stopcontact te halen. Koppel de oplader altijd los van het stroomnet voordat u de
batterijkabels verwijdert om vonken te voorkomen.
Als u het laden van een in het voertuig gemonteerde batterij onderbreekt, moet u
eerst de batterijkabel eerst loskoppelen van het chassis en vervolgens eerst de
andere batterijkabel loskoppelen.
RKOMPENSATIO
SERVICE / SHOWROOM
Zet de lader op de moduskeuzeschakelaar in tuimelstand "midden" (SERVICE /
SHOWROOM). Sluit de oplader aan op het stopcontact.
In de service- / showroommodus levert de lader een constante spanning en levert
hij het elektrische systeem wanneer:
a) een inspectie / reparatie / service / onderhoud aan het voertuig moet worden
uitgevoerd of het voertuig bevindt zich in een showroom.
In deze positie compenseert de lader het stroomverbruik van het voertuig tot het zijn
maximale nominale vermogen bereikt (bufferbedrijf).
b) de batterij is losgekoppeld. Dit voorkomt gegevensverlies in de boordcomputer
van het voertuig (back-upbewerking).
De ingebouwde netwerkcapaciteit is gegarandeerd in alle bedrijfssituaties, inclusief
tijdens het aansluiten en loskoppelen van de batterij.
Nadat de batterij en het netsnoer zijn aangesloten, start de servicebediening
automatisch. Dit wordt aangegeven door gelijktijdige verlichting van de groene en
gele LED's. De rode fout-LED (1) knippert wanneer geen of een bijna lege batterij
(accuspanning minder dan 3V) of accukabels verkeerd zijn aangesloten.
Als de huidige laadstroom de waarde van 40A overschrijdt, heeft het apparaat zijn
capaciteit bereikt. Als een hoger stroomverbruik te verwachten is, moet het apparaat
worden vervangen door een krachtiger apparaat.
47

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

371392

Inhaltsverzeichnis