nl Veiligheid
1.3 Inperking van de gebruikers
Dit apparaat mag door personen met verminderde lichamelijke,
zintuiglijke of geestelijke vermogens of gebrek aan ervaring en/of
kennis worden gebruikt indien dit onder toezicht gebeurt of indien
zij over het veilige gebruik van het apparaat zijn geïnstrueerd en
de hieruit voortvloeiende gevaren hebben begrepen.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
Reiniging en onderhoud door de gebruiker mogen niet worden uit-
gevoerd door kinderen.
Het apparaat mag niet door kinderen worden gebruikt. Kinderen
uit de buurt van het apparaat en het aansluitsnoer houden.
1.4 Veiligheidsvoorschriften
Neem de veiligheidsvoorschriften in acht.
WAARSCHUWING ‒ Kans op elektrische schok!
Een beschadigd apparaat of een beschadigd netsnoer is gevaar-
lijk.
▶ Nooit een beschadigd apparaat gebruiken.
▶ Nooit een apparaat met gescheurd of gebroken oppervlak ge-
bruiken.
▶ Nooit aan het netsnoer trekken, om het apparaat van het elektri-
citeitsnet te scheiden. Altijd aan de stekker van het netsnoer
trekken.
▶ Wanneer het apparaat of het netsnoer is beschadigd, dan direct
de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen of de ze-
kering in de meterkast uitschakelen.
▶ Contact opnemen met de servicedienst. → Pagina 61
Ondeskundige installaties zijn gevaarlijk.
▶ Het apparaat uitsluitend aansluiten en gebruiken volgens de ge-
gevens op het typeplaatje.
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
▶ Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag reparaties aan
het apparaat uitvoeren.
▶ Er mogen uitsluitend originele reserveonderdelen worden ge-
bruikt voor reparatie van het apparaat.
46