EURO • BA 3 609 929 484 • OSW 08/99
AKE 30...400 B - NL Seite 49 Montag, 16. August 1999 12:52 12
Automatische olietoevoer
Afhankelijk van de buitentemperatuur resp. olie-
kwaliteit kan d.m.v. de regelschroef voor de olie-
toevoer 24 meer (grote druppel) of minder (kleine
druppel) kettingolie ingesteld worden.
Instelling van de automatische olietoevoer:
Buitentemperatuur
Instelling van de
automatische olietoevoer
+5 °C ... +40 °C
kleine druppel
+5 °C ... –20 °C
groter druppel
Het controleren van de automatische olietoe-
voer
Vóór het zagen altijd eerst de kettingsmering en
het oliepeil controleren. De kettingzaag inschake-
len en boven een lichte ondergrond houden. De
kettingzaag mag daarbij niet met de grond in aan-
raking komen; daarom moet een veiligheidsaf-
stand van ca. 20 cm. in acht worden genomen.
Wanneer een toenemend oliespoor zichtbaar
wordt, werkt de kettingsmering naar behoren.
Wordt geen oliespoor zichtbaar, eventueel uit-
loopopening 4 en de bovenste boring 15 reini-
gen of contact met een Bosch service-werkplaats
opnemen.
Ingebruikname
De spanning van de stroombron moet overeen-
komen met de gegevens op het typeplaatje. Met
230 V aangeduide machines kunnen ook worden
gebruikt met een spanning van 220 V.
Vóór ieder gebruik moet gecontroleerd
worden of de kettingzaag storingsvrij func-
tioneert en tijdens bedrijf aan de voorge-
schreven veiligheidsnormen voldoet.
De olievoorraad controleren (zie peilglas 23).
De kettingspanning controleren en indien
nodig corrigeren.
De functie van de kettingrem controleren.
Aan/uit schakelen
Bij het inschakelen houdt u met de linkerhand de
voortse handgreep 1 en met de rechterhand de
achterste handgreep 10 vast.
Inschakelen: De inschakelbeveiliging 20 indruk-
ken, daarna aan/uit-schakelaar 19 indrukken en
in deze stand vasthouden. De inschakelbeveili-
ging 20 kan nu losgelaten worden.
Nota bene: Wanneer de kettingzaag niet werkt,
de kettingrem d.m.v. ontgrendelingsklep 18 (zie
afbeelding) ontkoppelen, zie ook het gedeelte
"Kettingrem".
Uitschakelen: Aan/uit-schakelaar 19 loslaten.
De kettingzaag pas neerzetten, wanneer de ket-
ting volledig stilstaat!
Als u klaar bent met het werken, de ketting en de
geleiderail gereinigen en de kettingkast aanbren-
gen.
Kettingrem
Bij een kick-back treedt de kettingrem bij de voor-
ste handbescherming 2 in werking.
De voorste handbescherming 2 wordt door de
handrug naar voren gedrukt, waardoor de ket-
tingrem de ketting resp. de motor in een fractie
van een seconde tot stilstand brengt.
Het opheffen van de kettingrem
Om het zagen te hervatten, moet de blokkering
van de ketting worden opgeheven. Hiertoe ont-
koppelingsklep 18, zoals in de afbeelding is aan-
gegeven, helemaal naar voren trekken, totdat de
voorste handbescherming 2 weer op zijn plaats
valt. Ontkoppelingsklep 18 loslaten.
Ontkoppelingsklep 18 moet geheel gesloten zijn.
Vóór het zagen altijd eerst controleren of alles
functioneert. De voorste handbescherming 2
moet vuilvrij zijn, zodat de bewegelijkheid ervan
niet wordt beperkt.
Kettingwiel
De belasting van het kettingwiel 13 is bijzonder
groot. Wanneer de tanden slijtage vertonen, dient
het wiel direkt vervangen te worden, aangezien
een versleten kettingwiel de levensduur van de
ketting verkort. Het kettingwiel bij uw vakhande-
laar of bij een Bosch-werkplaats laten vervangen.
Kettingkast
De kettingkast 21 moet onmiddellijk na het zagen
resp. bij het transporteren over de ketting en het
zwaard
worden
aangebracht.
kettingkast 21 te verwijderen, deze aan beide zij-
den licht aandrukken en wegtrekken (zie afbeel-
ding).
Geleiderail
Vooral aan de neus en de onderzijde van de ge-
leiderail 8 kan grote slijtage optreden. Om eenzij-
dige slijtage te voorkomen, de geleiderail 8 na ie-
dere keer slijpen omdraaien. Belangrijk is tevens
het regelmatig reinigen van de beide boringen
15, die gelijktijdig het olie in de geleiderail opne-
men.
Om
de
49