• Reinig vóór het plaatsen van de batterijen de batterijcontacten en de contacten in het product.
• Laat kinderen nooit zonder toezicht batterijen vervangen.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen tegelijkertijd alsmede geen batterijen van een
verschillende soort of fabrikaat.
• Verwijder batterijen uit producten welke gedurende langere tijd niet worden gebruikt.
(behoudens indien deze voor een noodgeval stand-by moeten blijven)
• De batterijen niet kortsluiten.
• De batterij niet opladen.
• De batterijen niet in vuur werpen.
• Batterijen buiten het bereik van kinderen opbergen.
• Batterijen nooit openen, beschadigen, inslikken of in het milieu terecht laten komen. Zij kunnen
giftige en zware metalen bevatten die schadelijk zijn voor het milieu.
• Lege batterijen direct uit het product verwijderen en afvoeren.
• Vermijd opslag, opladen en gebruik bij extreme temperaturen en extreem lage luchtdruk (bijv.
op grote hoogte).
4. Ingebruikname
4.1 Batterijen plaatsen
• Open het batterijvakje (I) en haal de batterijhouder eruit. Plaats drie AAA-batterijen,
let daarbij op de juiste polariteit en schuif de batterijhouder in het batterijvakje.
Sluit het batterijvakje (I) weer.
• Plaats de batterijhouder zoals op de afbeelding is beschreven.
4.2 Batterij vervangen
• Open het batterijvakje (I) en haal de batterijhouder eruit, verwijder de verbruikte
batterijen en voer deze volgens de lokale milieuvoorschriften af en plaats drie
nieuwe AAA-batterijen. Let daarbij op de juiste polariteit (+) en (-). Sluit vervolgens
weer het deksel van het batterijvakje.
4.3. Lage batterijcapaciteit
Zodra het batterijsymbool
wordt weergegeven, is de capaciteit zeer laag. Vervang de batterijen dan direct.
4.4 Montage
• Zet de wekker met behulp van de voet (L) op een vlakke ondergrond.
52
(7) op de display van de radiogra sch gestuurde wekker