Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
4

Looptraining

De eigenschappen van het Helix
prothesedrager goed wordt geïnstrueerd en hij het lopen op de juiste manier traint. De volgende aspecten zijn
daarbij buitengewoon belangrijk:
1. De prothesedrager zet zijn voet neer terwijl het heupscharnier gebogen is. Tijdens de standfase wordt
het scharnier gedempt gestrekt.
Anders dan bij conventionele heupscharnieren wordt de prothesedrager niet gedwongen zijn bekken snel naar
achteren te kantelen. De strekking van het heupscharnier kan gedurende de gehele standfase worden gedempt
en zorgt er daardoor voor dat het bekken bij het overnemen van de belasting minder abrupt naar achteren kantelt.
Dit is vooral voor ervaren prothesedragers in het begin onwennig en moet bewust worden getraind.
2. De trekveren maken het gemakkelijker de zwaaifase in te zetten. Het bekken hoeft hierdoor minder te
worden gekanteld.
Wijs de prothesedrager erop dat hij om de prothese naar voren te zwaaien, zijn bekken duidelijk minder ver naar
achteren hoeft te kantelen, omdat de trekveren ervoor zorgen dat het Helix
prothesedrager moet leren hoever de prothesevoet bij het optillen van de prothese onder invloed van de trekveren
naar voren zwaait. Dit is vooral van belang om bij het aflopen van een trap de voet precies op de goede plaats
te kunnen zetten.
164 | Ottobock
heupscharniersysteem kunnen alleen optimaal worden benut, wanneer de
3D
heupscharnier gebogen wordt. De
3D
Helix

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis