Deze functie wijzigt de snelheid van de pomp om de
gepompte vloeistof op constante temperatuur te
houden.
Raadpleeg voor meer informatie de handleiding voor
geavanceerde functies op www.lowara.com.
5.2.5 ∆T-constant (alleen aanwezig op
ecocirc XLplus)
Deze functie wijzigt de snelheid van de pomp om
een constante differentiaaltemperatuur van de ge-
pompte vloeistof te behouden.
Ga voor meer informatie naar de handleiding voor
geavanceerde functies op www.lowara.com
5.2.6 Externe Start/Stop
De pomp kan worden gestart of gestopt via een ex-
tern, potentiaalvrij contact of een relais die aange-
sloten is op de klemmen 11 en 12. Zie
en
Afbeelding 19
. De pomp wordt standaard gele-
verd met de klemmen 11 en 12 kortgesloten.
Opmerking:
• De pomp levert 5 VDC via de start-/ stoptermi-
nals.
• Er mag geen externe voltage op de start-/stop-
klemmen worden aangebracht.
• De kabels die op de aansluitklemmen 11 en 12
aangesloten zijn, mogen niet langer zijn dan 20
m.
5.2.7
5.2.8 Analoge ingang
De pomp integreert een analoge ingang van 0-10 V
bij einduitgangen 7 en 8. Zie
beelding 19
voor het wijzigen van het instelpunt.
Wanneer een voltage-ingang gedetecteerd wordt,
schakelt de pomp automatisch over naar vaste snel-
heid en begint met functioneren op basis van het
volgende schema:
Afbeelding 18
Afbeelding 18
en
Af-
nl - Vertaling vanuit het origineel
Speed
[rpm]
Max
Setpoint
min
1,2
1,5
Vset
5.2.9 Signaalrelais
De pomp is voorzien van een relais, klemmen 4 en
5. Zie
Afbeelding 18
en
Afbeelding 19
tentieel vrij defectsignaal. Als er een defect is, wordt
het relais geactiveerd in combinatie met het rode
statuslampje en de foutcode op het display van de
gebruikersinterface,
Afbeelding 13
Waarden
• Vmax < 250 VAC
• Imax < 2 A
5.2.10 Externe sensoren
De pomp kan uitgerust worden met een differentiaal-
druksensor en een temperatuurmeter conform de
volgende tabel:
Beschrijving
Type
van de sensor
Differentiaal-
1,0 bar (PN 10)
druksensor
2,0 bar (PN 10)
4-20mA
Externe tempe-
KTY83
ratuursensor
Instellen van druksensor
1. Monteer de druksensor op de leiding
2. Sluit de kabel aan op de aansluitpunten 9 en 10
(zie paragraaf 4.6.3).
3. Zet de pomp aan.
4. Tijdens het opstarten detecteert de pomp de
sensor en toont een installatiemenu.
5. Selecteer het rechter sensormodel en bevestig
uw keuze met de parameterknop (3). Zie
beelding 13
.
6. De pomp doorloopt de opstartprocedure en start
automatisch in de stand constante druk.
7. Het instelpunt kan worden gewijzigd met behulp
van de instelknoppen (5). Zie
Instellen externe temperatuursensor (alleen voor
de ecocirc XLplus)
Het instellen van de sensor en de daaraan gerela-
teerde bedieningsstanden kan alleen via de commu-
nicatiebus.
10
Vin[V]
voor een po-
.
Klemmen
9 - 10
13 - 14
Af-
Afbeelding 13
.
95