7.5.3 Opvoerhoogte en capaciteit
Zeer lage volumestromen kunnen niet worden gere-
gistreerd; de R100 geeft "<" weer voor de laagst mo-
gelijke waarde voor de betreffende pomp.
7.5.4 Toerental
Het actuele toerental van de pomp.
7.5.5 Mediumtemperatuur
De actuele temperatuur van het verpompte medium.
Door de positie van de opnemer kunnen verschillen
in de temperatuurmetingen ontstaan, met name bij
hoge vloeitoftemperaturen en of lage omgevingstem-
peraturen.
7.5.6 Opgenomen vermogen en energiever-
bruik
Het actuele opgenomen vermogen en energiever-
bruik van de pomp.
De waarde voor het energieverbruik is een getotali-
seerde waarde; deze kan niet op 0 worden ingesteld.
7.5.7 Bedrijfsuren
Het aantal bedrijfsuren van de pomp.
De waarde voor het aantal bedrijfsuren is een geto-
taliseerde waarde; deze kan niet op 0 worden inge-
steld.
200
7.6 Menu INSTALLATIE
In dit menu dienen bij de installatie van de pomp een
aantal instellingen geselecteerd te worden, waarmee
rekening gehouden dient te worden.
7.6.1 Regelmethode
Zie paragraaf 6.2 Regelmethoden of paragraaf
6.5 Bedrijf volgens curveverstelling voor een be-
schrijving van deze functie.
Selecteer één van de volgende regelmethoden:
∆
p m/leid.comp. (drukverschil met leidingweer-
•
standcompensatie),
∆
• Constant
p (constant drukverschil),
• Pompcurve .
De gewenste waarde en de capaciteitscurve worden
ingesteld in display 7.4.1 Gewenste waarde van het
menu BEDRIJF.
7.6.2 Min. pompcurve
Zie voor een beschrijving van deze functie paragraaf
6.4 Pompbedrijf volgens max. of min. pompcurve .
In dit display kunt u uit twee min. pompcurves kie-
zen. De pompcurve wordt gebruikt wanneer de re-
gelmethode "min. pompcurve" is geselecteerd.
7.6.3 Temperatuurbeïnvloeding
Zie voor een beschrijving van deze functie paragraaf
6.6 Temperatuurbeïnvloeding .
In deze weergave kan de functie "temperatuurbeïn-
vloeding" worden geactiveerd.
Indien deze functie moet worden gebruikt, moet de
pomp in de aanvoerleiding worden geïnstalleerd.
U kunt kiezen tussen een maximumtemperatuur van
50°C of van 80°C.
Deze functie is alleen actief bij de regelmethoden
constant drukverschil of drukverschil met leiding-
weerstandcompensatie.
Wanneer temperatuurbeïnvloeding is geactiveerd,
verschijnt een kleine thermometer in het display
"Gew. waarde" van het menu BEDRIJF, zie
7.4.1 Gewenste waarde .