• Ze kan op de schaal 7 aan de vaste beschermkap
worden afgelezen. Als wijzer dient hierbij de
schuine kant van de hendel.
De snijdiepte dient steeds ca. 2 tot 5 mm groter dan
de te snijdende materiaaldikte te worden gekozen.
4.6
Instelling voor schuinsneden
Het zaagaggregaat laat zich voor schuin-
sneden op iedere willekeurige hoek van
0 tot 45 ° instellen.
• Voor het schuinzetten de machine in uitgangspositie
brengen en de vleugelschroef 10 (afb. 2) losmaken.
• Aggregaat op de gewenste en op de schaal van
het zwenksegment weergegeven hoek instellen.
• Vervolgens vleugelschroef 10 weer aantrekken.
4.7
Invalzagen
Terugslaggevaar bij invalzagen!
Vóór het invalzagen moet de machine
met de achterste kant van de grond-
plaat aan een aan het werkstuk veilig
bevestigde aanslag worden gelegd.
Bij het invalzagen de machine aan
de handgreep goed vasthouden en
licht naar voren schuiven!
• Eerst wordt de klemhendel 11 (afb. 2) losgemaakt.
• De hendel 6 in de op de schaal 7 met „-2" gekenmerkte
positie zetten.
• Beweeglijke beschermkap met geïntegreerde hen-
del 14 (afb. 3) geheel openen, zodat de machine op
het te bewerkend werkstuk kan worden gezet. Het
zaagblad loopt nu vrij over het materiaal en kan ten
opzichte van de tekening worden uitgericht.
• Drukt men de invalhendel 6 (afb. 2) naar beneden,
dompelt het zaagblad verticaal in het werkstuk in.
Hierbij is de invaldiepte aan schaal 7 af te lezen. De
splijtwig zwenkt bij het indompelproces naar boven
weg. Zodra bij het voorwaartsbewegen van de
machine de spleet achter het zaagblad vrij wordt,
keert de splijtwig in zijn normale stand terug.
4.8
Zagen volgens tekening
Houdt u alstublieft in ieder geval
rekening met de in het hoofdstuk
"Veiligheidsinstructies" in verband
met het zagen vermelde gegevens!
De grondplaat bezit tekenkanten 17 (afb. 3) zowel voor
de rechte snede alsook voor schuinsneden 30° en
45°. Deze tekenkanten stemmen met de binnenzijde
van het zaagblad overeen. Voor schuinsneden kan de
voortekening door de opening op de linker kant van de
bovenste beschermkap worden bekeken (pijl, afb. 2).
• Voor het zagen de machine aan de handgrepen
vasthouden en met het voorste gedeelte van de
grondplaat op het werkstuk zetten.
• Accu-handcirkelzaag inschakelen (zie hoofdstuk
4.4) en de machine gelijkmatig in snijrichting voor-
schuiven.
• Na het snijeinde de zaag meteen door loslaten van
schakelaar 2 (afb. 1) uitschakelen.
4.9
Zagen met parallelaanslag
Houdt u alstublieft in ieder geval
rekening met de in het hoofdstuk
"Veiligheidsinstructies" in verband
met het zagen vermelde gegevens!
De parallelaanslag 4 (afb. 1) dient voor het zagen
parallel tot een reeds voorhanden kant. Hierbij kan
de aanslag zowel rechts als ook links aan de
machine worden aangebracht. Daarbij bedraagt het
snijbereik op de rechter kant ca. 155 mm en op de
linker kant ca. 280 mm.
• Om de snijbreedte te verstellen, de vleugelbouten 9
(afb. 2) losmaken en de aanslag passend verschui-
ven. Vervolgens de vleugelbouten weer aantrekken.
Aanvullend kan de parallelaanslag door eenvoudig
omdraaien (geleidingsvlakte voor de werkstukkant
toont naar boven) ook als dubbele oplage voor de
betere geleiding van de accu-handcirkelzaag wor-
den toegepast.
• Nu kan de machine of lang een op het werkstuk
bevestigde lat of langs hetals extra toebehoren
verkrijgbaar geleidingsrail worden gevoerd.
5
Onderhoud en reparatie
Vóór
begin
houdswerkzaamheden in ieder geval
de accu uit de machine nemen (zie
gedeelte 4.3)
MAFELL-machines
houdsvriendelijk geconstrueerd. De toe-
gepaste
kogellagers
levenstijd gesmeerd. Na een langere
bedrijfsduur
machine aan een geautoriseerde MAF-
FEL-klantenservice ter controle te geven.
-52-
van
alle
onder-
werden
onder-
werden
op
adviseert
MAFELL
de