NEDERLANDS
Elektrische veiligheid
Uw oplader is ontwikkeld voor een
bepaalde spanning. Controleer altijd of
de netspanning overeenkomt met het
voltage op het typeplaatje. Vervang de
oplader nooit door een netstekker.
#
Pictogrammen op de oplader
Uw oplader is dubbel geïsoleerd;
een aardaansluiting is daarom
niet noodzakelijk.
Storingbestendige
scheidingstransformator.
De netspanning is elektrisch
gescheiden van de
uitgangsspanning van de
transformator.
De oplader wordt automatisch
uitgeschakeld als de omgeving-
stemperatuur te hoog wordt. De
thermische beveiliging kan maar
één keer worden geactiveerd en
$
moet daarna worden vervangen.
De oplader is uitsluitend bedoeld
voor gebruik binnenshuis.
Lees de gehele
gebruiksaanwijzing aandachtig
door voordat u het apparaat
gaat gebruiken.
Onderdelen
1. Aan/uit-schakelaar
2. Ontgrendelknop
3. Neus
4. Hanglus
Fig. A
5. Spleetzuigmondstuk
6. Vochtopname-accessoire
Installatie
De wandhaak aan de muur
bevestigen (fig. B)
De wandhaak kan aan de muur worden
gemonteerd om het apparaat een geschikte
opbergplaats en oplaadpunt te geven.
30
Waarschuwing! Plaats de wandhaak
niet direct boven een netvoeding.
Verzeker uzelf ervan dat de snoer een
lus heeft wanneer de oplader op het
elektriciteitsnet is aangesloten.
Assemblage
Bevestigen van de accessoires
(fig. A & C)
Deze modellen worden geleverd met de
volgende accessoires:
een spleetzuigmondstuk (5) voor
u
nauwe ruimtes
een vochtopname-accessoire (6) om
u
gemorst vocht op te nemen
Ga als volgt te werk bij het plaatsen van
een accessoire:
Haal de accessoires van het apparaat.
u
Plaats het juiste accessoire op de
u
voorkant van het apparaat.
U kunt het andere accessoire weer
terugplaatsen door dit in de
accessoirehouder te klikken.
Voor het terugplaatsen van beide
accessoires:
Schuif de spleetzuigmond in het
u
vochtopname-accessoire.
Duw de accessoires omlaag tot deze
u
op de plaats klikken.
Gebruik
Het apparaat kan worden opgeladen
u
terwijl het op een werkbank is geplaatst
of aan een muur is gehangen met
behulp van de meegeleverde
wandhaak.
Voor het eerste gebruik moet de accu
u
ten minste 24 uur worden opgeladen.
Laat het apparaat altijd aangesloten
u
op de oplader wanneer het niet wordt
gebruikt.
Opladen van de accu (fig. D)
Controleer of het apparaat is
u
uitgeschakeld. De accu wordt niet
opgeladen als de aan/uitschakelaar
op aan staat.
Steek de opladerstekker (8) in de
u
aansluiting (9) aan de achterzijde van
het apparaat.