KENNISGEVING:
Vergeet niet vóór gebruik de
aanslagpen naar buiten te trekken op het handvat
uit de onderste stand te ontgrendelen.
KENNISGEVING:
Oefen tijdens het zagen geen
overmatige druk op het handvat uit. Wanneer u
WH KDUG GUXNW NDQ GH PRWRU RYHUEHODVW UDNHQ HQRI
GH ]DDJHI¿FLsQWLH DIQHPHQ 'UXN DOOHHQ ]R KDUG DOV
nodig is voor soepel zagen zonder dat het toerental
YDQ KHW ]DDJEODG DDQ]LHQOLMN YHUPLQGHUW
KENNISGEVING:
Druk het handvat zachtjes
naar beneden om te zagen. $OV X KHW KDQGYDW PHW
NUDFKW RPODDJ GUXNW RI ]LMZDDUWVH GUXN HURS XLWRHIHQW
kan het zaagblad gaan trillen en een vlek (brandplek)
op het werkstuk achterlaten, en kan ook de zaags-
QHGH PLQGHU QDXZNHXULJ ]LMQ
KENNISGEVING:
Voor schuivend zagen duwt u
de zaagslede langzaam en zonder te stoppen naar
de geleider. $OV GH EHZHJLQJ YDQ GH VOHGH WLMGHQV
het zagen wordt gestopt, zal een vlek op het werkstuk
ontstaan en zal de zaagsnede minder nauwkeurig
]LMQ
Rechtzagen
WAARSCHUWING:
schuifbeweging van de slede wanneer rechtzagen
wordt uitgevoerd. Door te zagen zonder vergrende-
ling kan een terugslag worden veroorzaakt, wat kan
OHLGHQ WRW HUQVWLJ SHUVRRQOLMN OHWVHO
Werkstukken tot 68 mm hoog en 160 mm breed kunnen
op de volgende manier worden gezaagd:
Fig.47: 1. $DQVODJSHQ
1.
Duw de slede helemaal naar de geleider en ver-
grendel hem met behulp van de aanslagpen.
2.
.OHP KHW ZHUNVWXN YDVW PHW KHW MXLVWH W\SH
spanschroef.
3.
Schakel het gereedschap in zonder dat het zaag-
blad met het werkstuk in contact is, en wacht totdat het
zaagblad op maximaal toerental draait.
4.
Breng het handvat langzaam omlaag naar de
laagste positie om het werkstuk te zagen.
5.
Nadat de zaagsnede klaar is, schakelt u het
gereedschap uit en wacht u tot het zaagblad volle-
dig tot stilstand is gekomen voordat u het zaagblad
omhoog brengt tot in de hoogste positie.
Vergrendel altijd de
Schuivend (duwend) zagen (zagen
van brede werkstukken)
WAARSCHUWING:
trekt u eerst de slede helemaal naar u toe en
brengt u het handvat helemaal omlaag, waarna u
de slede helemaal naar de geleider duwt. Begin
nooit met zagen zonder de slede helemaal naar
u toe te trekken. $OV X VFKXLYHQG ]DDJW ]RQGHU GDW
de slede helemaal naar u toe is getrokken, kan een
onverwachte terugslag optreden die kan leiden tot
HUQVWLJ SHUVRRQOLMN OHWVHO
WAARSCHUWING:
te zagen terwijl u de slede naar u toe trekt. Door de
slede zagend naar u toe te trekken, kan een onver-
wachte terugslag optreden die kan leiden tot ernstig
SHUVRRQOLMN OHWVHO
WAARSCHUWING:
nooit worden uitgevoerd terwijl het handvat in de
laagste positie is vergrendeld.
Fig.48: 1. $DQVODJSHQ
1.
2QWJUHQGHO GH DDQVODJSHQ ]RGDW GH VOHGH YULM NDQ
schuiven.
2.
.OHP KHW ZHUNVWXN YDVW PHW KHW MXLVWH W\SH
spanschroef.
3.
7UHN GH VOHGH KHOHPDDO QDDU X WRH
4.
Schakel het gereedschap in zonder dat het zaag-
blad met het werkstuk in contact is en wacht totdat het
zaagblad op maximaal toerental draait.
5.
Duw het handvat omlaag en duw de slede zo ver
mogelijk naar de geleider en door het werkstuk.
6.
Nadat de zaagsnede klaar is, schakelt u het
gereedschap uit en wacht u tot het zaagblad volle-
dig tot stilstand is gekomen voordat u het zaagblad
omhoog brengt tot in de hoogste positie.
Verstekzagen
=LH KHW JHGHHOWH ,QVWHOOHQ YDQ GH YHUVWHNKRHN
hierboven.
119 NEDERLANDS
Bij het schuivend zagen,
Probeer nooit schuivend
Schuivend zagen mag