11.
,
- Tijdens modus Programmering kunt u deze toetsen gebruiken om menu-opties en velden door te
lopen in de op de toets aangegeven richting. Wanneer het gewenste menu-item gemarkeerd is drukt u op
om het te kiezen. Als u door velden scrollt met links ervan regels kunt u naar de gewenste regel gaan
door het cijfer ervan in te voeren en op de pijltjestoets te drukken.
12.
- Pop-up lijst (3) voor het betalen van een transactie met een cheque, rekeningkaart of een van de vier
verschillende creditcards.
13.
- Voor betalen van een transactie met Creditcard 1.
14.
- Met [TOTAL] wordt het totaalbedrag van cash transacties berekend, wisselgeld en volledige transacties,
waarvan de betaling heeft plaatsgevonden met cheque, creditkaart en/of cash geld. Indien nogmaals ingedrukt, worden
er één of meerdere kopieën van de laatste kassabon afgedrukt, afhankelijk van het aantal Meervoudige bonnen dat
geprogrammeerd is (zie "Modus Printen Kassabon"). Wanneer Tabel Tracking gebruikt wordt kan slechts een enkele
kopie van de rekening opnieuw afgedrukt worden. Met [ENTER], in modus Programmering, wordt een gemarkeerde
menu-optie gekozen of worden de voor een veld ingevoerde gegevens bevestigd.
15.
- Hiermee wordt het subtotaal van een verkoop. Wanneer Table Tracking actief is wordt er automatisch een
rekening afgegeven nadat de transactie voltooid is. Wanneer Table Tracking niet actief is kan deze toets gebruikt
worden om een rekening uit te printen in een winkelomgeving. Op de bon staat het woord REKENING vermeld.
16.
- Hiermee wordt een betaling van de ene vorm van betaling naar de andere overgezonden nadat de
verkooptransactie is afgesloten.
17.
-
Registreert enkel- of meervoudige verkoopitems voor omzetgroepen tussen 1 en 32. Om een
omzetgroepnummer tussen 1 en 16 in te voeren drukt u op de betreffende toets. Voor omzetgroepen met
nummers van 17 tot 32 drukt u eerst op de toets
omzetgroepnummer. Raadpleeg hetgeen eerder werd vermeld voor omzetgroepnummers van 33 tot 99
Bij tekstprogrammering kunnen deze toetsen worden gebruikt voor het invoeren van de op de betreffende toets
aangegeven tekens zoals vermeld in de Tekencodetabel. Voor het bepalen van medewerkersnamen, kop- en
voettekst op kassabon, omzetgroepnamen, warencategorieën, PLU productnamen, valuta-aanduidingen en
creditkaartbeschrijvingen. Als [SP] toets kan
de invoer van een herhaald teken te bevestigen.
18.
- Hiermee wordt een decimaalpunt ingevoerd voor het bepalen van producthoeveelheden met decimalen
tijdens verkooptransacties. Gebruikt als [DEL]-toets tijdens het programmeren, worden hiermee, zoals met de
backspace-toets, de ingevoerde tekens van rechts naar links gewist.
19.
/
-
- Voert bedragen in, geeft meervoudige items aan, telt bedragen en percentages op en trekt
ze af en voert cijfercodes voor omzetgroepen in van 33 t/m 99 (zie "
20.
- Wanneer deze toets niet tijdens een verkooptransactie bediend wordt verschijnt er informatie omtrent de
instelling: huidige datum en tijd, medewerkersnummer, status van Elektronisch Journaal en aantal vrije EJ regels.
Met
en
, kan de helderheid van het LC display afgesteld worden. Wanneer de toets tijdens een
verkooptransactie wordt bediend worden er meerdere aantallen voor een verkoopitem gespecificeerd.
21.
- Hiermee kunt u invoer van het alfanumeriek toetsenblok of van de
transactie wordt bevestigd met een omzetgroep- of functietoets. Ook gebruikt om foutcondities te wissen. Tijdens
programmeren van tekst worden hiermee alle tekens gewist die ingevoerd werden met
Off activeert hij het menu voor resetten van het kasregister.
en vervolgens op de overeenkomstige toets met het
worden gebruikt om spaties tussen tekens in te voegen en om
" hierboven).
toets wissen voordat een
. In Modus
.
5