Selectie van de materiaalsoort
Druk de
-knop in todat de indicator voor het
gewenste materiaal is ingeschakeld is.
Selectie van de draaddiameter
Druk de
-knop in totdat de indicator bij de
gewenste diameter ingeschakeld is.
Niet alle draaddiameters kunnen voor alle
materialen gebruikt worden.
Selectie AlMg5/AlSi programma's:
1. Selecteer materiaal: type "Al".
2. Selecteer draadikte:1,0 of 1,2 mm.
3. Hou de knop materiaal ca. 5 sec. ingedrukt totdat
het "Al" LED uitgeschakeld is, ten teken dat de
instelling gekozen kan worden. Het display toont
352 (1,0 mm AlSi ER4043) of
312 (1,0 mm AlMg5 ER5356) wanneer 1,0 mm
draad wordt gekozen, of
353 (1,2 mm AlSi ER4043) of
313 (1,2 mm AlMg5 ER5356) wanneer 1,2 mm wordt
gekozen.
4. Draai de knop net zolang totdat het juiste
programma wordt getoond.
5. Door nogmaals de materiaalknop in te drukken
wordt het programma geselecteerd, en zal de
machine terugkeren naar de normale stand.
Resetten naar de fabrieksinstelling:
De fabrieksinstelling voor het geselecteerde draad-
diameter zal herladen worden door de knop in te
drukken totdat de indicator kort oplicht.
AUTOPULS BESTURINGSPANEEL
Stroomsterkte/draadsnelheid/materiaal-
dikte:
Wanneer de machine niet last, wordt de
ingestelde
stroom/draadsnelheid/materiaaldikte getoond.
De gemeten stroomsterkte wordt tijdens het lassen
weergegeven.
Materiaaldikte:
De functie helpt het aanpassen van de lasstroom aan
de materiaaldikte (in mm). Wanneer de materiaaldikte
wordt geselecteerd wordt automatisch de instelling van
de lasstroom berekend. Hierna kan de lasstroom verder
worden aangepast. Deze functie kan worden gezien als
een startpunt bij de selectie van de juiste lasstroom en
spanning. Een fijnafstelling van deze parameters is
echter bijna bij elke lasklus aan te raden, om een zo
optimaal mogelijk resultaat te verkrijgen.
Booglengte
Indien nodig, kan de booglengte door middel
van de spanning fijn geregeld worden. De
gemeten spanning wordt tijdens het lassen getoond.
Druk de
-knop in en regel van -9,9 tot +9,9.
Besturingsknop
Deze knop wordt gebruikt om de lasstroom,
draadsnelheid, materiaaldikte, booglengte of
secundaire parameters in te stellen. De
invoersnelheid is instelbaar tijdens het
invoeren van draad. Max. draadsnelheid is 18,0 m/min.
Schakelfunctie
Wanneer de indicator oplicht, is 4-takt
geselecteerd en wanneer de indicator uit is, is
2-takt geselecteerd. De schakelfunctie kan tijdens het
lassen niet worden veranderd.
2-takt:
Lassen start wanneer de toortsschakelaar ingedrukt
wordt. Om het lassen te stoppen, moet de toorts-
schakelaar losgelaten worden en het terugbranden
start. Het is mogelijk om tijdens de gasnastroom de
machine in te schakelen.
4-takt:
Lassen start wanneer de toortsschakelaar ingedrukt
wordt. De schakelaar kan losgelaten worden en het
lassen gaat door. Om het lassen te stoppen moet de
toortsschakelaar opnieuw ingedrukt worden waarna het
terugbranden begint.
Pulslassen
Pulsmig lassen aan/uit.
Afstellen van secundaire parameters
Druk de besturingsknop net zolang in totdat de
gewenste parameter getoond wordt. Om terug
te gaan naar het standaard display moet de
drukknop voor booglengte of stroom/ draad-
snelheid/materiaaldikte kort ingedrukt worden.
Boogkarakteristiek:
Boogkarakteristiek (elektronische smoorspoel)
maakt het mogelijk om de snelheid op het reageren van
de kortsluitingen in te stellen. Boogkarakteristiek kan
ingesteld worden in stappen van -5,0 tot + 5,0.
70