Gelieve vóór het eerste ge-
bruik van uw apparaat deze
gebruiksaanwijzing te lezen en ze in acht te
nemen. Bewaar deze gebruiksaanwijzing
voor later gebruik of voor eventuele volgen-
de eigenaars.
Voor de eerste inbedrijfstelling de veilig-
heidsaanwijzingen nr. 5.956-250 beslist
doorlezen!
Inhoudsopgave
Veiligheidsaanwijzingen
Gevaar van gehoor-
schade. Bij het werken
met het apparaat in elk
geval een geschikte
gehoorbescherming
dragen.
Algemene aanwijzingen
Als u bij het uitpakken transportschade con-
stateert, neem dan contact op met uw dis-
tributeur.
- De op het apparaat aangebrachte waar-
schuwings- en aanwijzingsborden ge-
ven aanwijzingen voor gebruik zonder
gevaar.
- Naast de aanwijzingen in de gebruiks-
aanwijzingen moeten de algemene vei-
ligheidsvoorschriften en voorschriften
ter vermijding van ongevallen van de
wetgever in acht genomen worden.
Rijfunctie
Gevaar
Verwondingsgevaar!
Kantelgevaar bij de sterke hellingen.
- In de rijrichting mag u slechts stijgingen
tot 20% nemen.
Kantelgevaar bij snel door de bochten rij-
den.
- In bochten langzaam rijden.
Kantelgevaar bij onstabiele ondergrond.
- Het apparaat uitsluitend op bevestigde
ondergrond bewegen.
Kantelgevaar bij de zijwaartse hellingen.
- Dwars op de rijrichting alleen hellingen
tot maximaal 10 % berijden.
- De voor motorrijtuigen voorgeschreven
maatregelen, regels en verordeningen
dienen altijd te worden opgevolgd.
- De bediener moet het apparaat doelma-
tig gebruiken. Hij moet bij het rijden re-
kening houden met de plaatselijke
omstandigheden en bij het werken met
dit apparaat goed letten op anderen,
vooral op kinderen.
- Het apparaat mag alleen door personen
worden gebruikt die voor de omgang er-
mee zijn opgeleid of hun vaardigheden
75
in het bedienen hebben aangetoond en
76
uitdrukkelijk de opdracht hebben gekre-
77
gen voor het gebruik.
77
- Het apparaat mag niet worden gebruikt
78
door kinderen of jongeren.
80
- Het meenemen van begeleidende per-
sonen is niet toegestaan.
80
- Zittend bediende apparatuur moet ook
80
vanuit de stoel in beweging worden ge-
82
zet.
82
Om onbevoegd gebruik van het appa-
89
raat te voorkomen, dient men de con-
90
tactsleutel te verwijderen.
91
Het apparaat mag nooit onbeheerd wor-
den achtergelaten zolang de motor nog
92
draait. De bediener mag het apparaat
92
pas verlaten, als de motor is uitgezet,
het apparaat tegen onbedoelde bewe-
gingen is afgeschermd, eventueel de
handrem is aangetrokken en de con-
tactsleutel uit het contact is gehaald.
Apparaten met verbrandingsmotor
Gevaar
Verwondingsgevaar!
- De uitlaat mag niet geblokkeerd wor-
den.
- Niet over de uitlaat buigen of deze aan-
raken (verbrandingsgevaar).
- Aandrijfmotor niet aanraken of vastpak-
ken (verbrandingsgevaar).
- Alleen KMR 1700 LPG: Wanneer het
apparaat in ruimtes wordt gebruikt,
dient er voor voldoende ventilatie en af-
voer van de uitlaatgassen te worden ge-
zorgd (vergiftigingsgevaar).
- Uitlaatgassen zijn schadelijk voor de
gezondheid, ze mogen niet worden in-
geademd.
- De motor heeft ca. 3 - 4 seconden na-
loop nodig na het uitzetten. In deze tijd
absoluut uit de buurt blijven van het
aandrijfbereik.
Accessoires en reserveonderdelen
- Er mogen alleen toebehoren en onder-
delen gebruikt worden, die door de fa-
brikant zijn goedgekeurd. Origineel
toebehoren en originele onderdelen
staan er borg voor dat het apparaat vei-
lig en storingsvrij gebruikt kan worden.
- Een selectie van de meest frequent be-
nodigde reserveonderdelen vindt u ach-
teraan in de gebruiksaanwijzing.
- Verdere informatie over reserveonder-
delen vindt u op www.kaercher.com bij
Service.
Symbolen op het apparaat
Verbrandingsgevaar
door hete oppervlak-
ken! Laat de uitlaatin-
stallatie voldoende
afkoelen voordat u aan
het apparaat begint te
werken.
Symbolen in de gebruiksaanwijzing
In deze gebruiksaanwijzing worden de vol-
gende symbolen gebruikt:
Gevaar
Wijst op een onmiddellijk dreigend gevaar.
In geval van niet-naleving van de instructie
dreigen ernstige en zelfs dodelijke verwon-
dingen.
Waarschuwing
Wijst op een eventueel gevaarlijke situatie.
In geval van niet-naleving van de instructie
kunnen lichte verwondingen of materiële
schade optreden.
Instructie
Wijst op gebruikstips en belangrijke infor-
matie.
Veiligheidstechnische richtlijnen
voor vloeibaar gas-motorvoertui-
gen
Hauptverband der gewerblichen Berufsge-
nossenschaften e.V. (HVBG, Hoofdver-
bond van de industriële
beroepsgenootschappen, zorgt voor werk-
nemersbescherming). Vloeibare gassen
(drijfgassen) zijn butaan en propaan of bu-
taan/propaan-mengsels. Ze worden in spe-
ciale flessen geleverd. De bedrijfsdruk van
deze gassen is afhankelijk van de buiten-
temperatuur.
Gevaar
Explosiegevaar! Vloeibaar gas niet als ben-
zine behandelen. Benzine verdampt lang-
zaam, vloeibaar gas gaat direct over in een
gas. Het gevaar dat de ruimte zich met gas
vult en dit ontvlamt is dus bij vloeibaar gas
groter dan bij benzine.
Gevaar
Verwondingsgevaar! Alleen gasflessen ge-
vuld met drijfgas volgens DIN 51622 van
kwaliteit A of B, al naar gelang de omge-
vingstemperatuur gebruiken.
Instructie
Huishoudelijk gas is per definitie verboden.
Toegelaten zijn voor de gasmotor vloeibare
gasmengsels van propaan/butaan waarvan
de mengverhouding tussen 90/10 tot 30/70
ligt. Vanwege het betere gedrag bij een
koude start, dient bij buitentemperaturen
onder 0 °C (32 °F) bij voorkeur vloeibaar
gas met een hoge propaanverhouding te
worden gebruikt, omdat dit al bij lage tem-
peraturen verdampt.
75
Nederlands