Apparaat draait niet
Geen netspanning
–
Controleren of de aangegeven span-
ning op het typeplaatje overeenkomt
met de spanning van de stroombron.
Netaansluitkabel op beschadiging con-
troleren.
Controlelampje knippert groen
–
Bedrijfsklaarheid is afgelopen. Appa-
raat uit- en opnieuw inschakelen.
Beveiliging tegen watertekort (optie) is
–
geactiveerd wegens een te lage druk
van de watertoevoer.
Het controlelampje Watertekort brandt.
Druk van de watertoevoer controleren,
minimale waarden, „Technische gege-
vens".
Om het apparaat weer aan te zetten
moet u de apparaatschakelaar eerst op
„0" zetten en dan weer inschakelen.
Motor overbelast/oververhit resp. fase-
–
beveiliging of spoelveiligheidsschake-
laar zijn geactiveerd
Apparaat uitschakelen en laten afkoe-
len. Oorzaak van de storing oplossen.
Apparaat opnieuw inschakelen.
Apparaat bouwt geen druk meer op
Verkeerde sproeier
–
Sproeier controleren op juist formaat
(zie „Technische gegevens").
Sproeier uitgespoeld.
–
Sproeier reinigen/vervangen.
Filter vervuild.
–
Filter aan de wateraansluiting reinigen.
Filterhuis openschroeven, filter verwij-
deren, reinigen en opnieuw plaatsen.
Lucht in het systeem
–
Apparaat ontluchten.
Sproeier losschroeven. Apparaat in-
schakelen en laten draaien tot het water
zonder luchtbellen uit het spuitstuk
komt. Apparaat uitschakelen en sproei-
er opnieuw vastschroeven.
Toevoerleidingen naar de pomp ondicht
–
of verstopt
Alle toevoerleidingen naar de pomp
controleren op dichtheid of verstopping.
60
Hogedrukpomp ondicht
3 druppels water per minuut zijn toege-
laten en kunnen ontsnappen aan de on-
derkant van het apparaat. Bij sterkere
ondichtheid de klantendienst raadple-
gen.
Hogedrukpomp klopt
Alle toevoerleidingen naar de hoge-
drukpomp controleren op dichtheid of
verstopping.
Apparaat ontluchten.
Sproeier losschroeven. Apparaat in-
schakelen en laten draaien tot het water
zonder luchtbellen uit het spuitstuk
komt. Apparaat uitschakelen en sproei-
er opnieuw vastschroeven.
In ieder land zijn de door ons bevoegde
verkoopkantoor uitgegeven garantiebepa-
lingen van toepassing. Eventuele storingen
aan het apparaat worden binnen de garan-
tieperiode gratis verholpen, voorzover deze
veroorzaakt worden door een materiaal- of
fabricagefout.
De garantie is alleen dan rechtsgeldig, als
uw dealer de bijgevoegde antwoordkaart
bij de verkoop volledig heeft ingevuld, van
een stempel heeft voorzien en zijn handte-
kening heeft gezet en u de antwoordkaart
vervolgens naar het verkoopkantoor in uw
land stuurt.
Gelieve u, om gebruik te maken van de ga-
rantie, met toebehoren en aankoopbewijs
tot uw leverancier te wenden, of tot het
dichtstbijzijnde servicepunt.
Algemene instructies
Toebehoren en reserveonderdelen
Waarschuwing
Gevaar voor letsels door ongeschikt toebe-
horen. Gebruik alleen toebehoren dat voor
de werkdruk van het apparaat (zie "Techni-
sche gegevens") is gekeurd.
– 9
NL
Garantie