•
Stel deze zoals gebruikelijk met de toetsen „+>" resp. „
•
Wanneer alleen de ster knippert kan met de toetsen „+>" resp. „
zen worden – afhankelijk van het accutype zijn „CHARGE", „DISCHARGE", „STORAGE", „BALANCE", „CYCLE"
etc. mogelijk.
•
Voorbeeld:
-
•
Als nu de toets „Start/Enter" langer wordt vastgehouden (ca. 3 seconden), dan worden alle instellingen in het aan
het begin geselecteerde geheugen vastgelegd.
+
De gegevens in de 5 geheugens blijven uiteraard bewaard, ook wanneer het laadapparaat van de voe-
dingsspanning wordt losgekoppeld.
Zo kunt u bijvoorbeeld de gegevens voor de zenderaccu opslaan (bijv. NiMH laadstroom 400mA) en
voor een vliegaccu (LiPo, 1A laadstroom, 3 cellen).
+
-" in en bevestig dit met de toets „Start/Enter".
<
-" tussen de verschillende programma's geko-
<
Selecteer met de toetsen „+>" resp. „
de laadspanning en bevestig met de toets „Start/Enter".
Selecteer met de toetsen „+>" resp. „
laden resp. laden/ontladen en het aantal cycli.
-" de ontladingsstroom en
<
-" de volgorde ontladen/
<
03