g) Controleren en instellen van de richtingsroerservo's
Mocht u op uw model verschillende bewegingen van het roer naar rechts en links krijgen, dan staat de
servohendel niet precies in een hoek van 90° ten opzichte van de stuurstang. Om de juiste stand van
de servohendel te kunnen controleren en indien nodig in te kunnen stellen, neemt u de cockpitkap er
voorzichtig af.
• Aangezien de kunststof kap alleen met
dubbelzijdig plakband op de romp vastgeplakt
is, kan deze er relatief makkelijk afgetrokken
worden.
• Als u vervolgens nog de cockpitbodem ach-
terin, die ook maar licht vastgeplakt is, eruit
tilt, heeft u vrije toegang tot de richtings-
roerservo (1) en tot de hoogteroerservo (2).
• Net als bij de rolroerservo kunnen de beide
servohendels (3) na het losdraaien van de
bevestigingsschroef eraf getrokken worden en
indien nodig één "inkeping" verder weer vast-
geschroefd worden.
Voer deze instellingen alleen uit als u de vliegaccu losgekoppeld heeft.
126
• Wenn die Tragflächenstreben an der rechten
und linken Seite fest montiert sind, wird die
obere Tragfläche noch mit den beiden 4 x 20
mm Kunststoffschrauben (8) am Baldachin (9)
fest verschraubt.
e) Montage des Fahrwerks
• Auf der Rumpfunterseite befindet sich an der
Stirnseite des Akkuschachts die schlitzförmige
Aufnahme für das Fahrwerk (1).
Afb. 11
• Schieben Sie das vormontierte Fahrwerk (2)
nun von unten bis zum Anschlag in den
Fahrwerksschacht.
• Achten Sie darauf, dass die spitz zulaufenden
Radverkleidungen (3) dabei nach hinten zei-
gen müssen.
• Das Fahrwerk wird später durch seine Feder-
kraft im Schacht gehalten.
Sollte Ihnen beim späteren Betrieb des Modells anstelle einer Hartpiste nur eine Wiese
zur Verfügung stehen, so ist es sinnvoller, das Modell ohne Fahrwerk zu betreiben.
Dazu kann das Modell problemlos aus der Hand gestartet und später auf dem Bauch
gelandet werden. Dies ist bedeutend gefahrloser, als wenn sich das Fahrwerk beim Lan-
den verfangen würde und sich das Modell dadurch unweigerlich überschlägt.
Bild 8d
Bild 9
19