• Controleer de technische veiligheid van uw model en het afstandsbedieningssysteem. Let op zichtbare schade
zoals b.v. defecte stekkerverbindingen of beschadigde kabels. Alle beweegbare onderdelen van het model moeten
licht lopend functioneren, maar mogen geen speling in de lagers vertonen.
• De vliegaccu die voor het gebruik nodig is en de accu's die eventueel in de zender geplaatst zijn, moeten volgens
de aanwijzingen van de fabrikant opgeladen worden.
• Als u batterijen voor de stroomvoorziening van de zender gebruikt, moeten deze voldoende restcapaciteit hebben
(eventueel met een batterijtester controleren). Als de batterijen leeg zijn, moeten steeds alle batterijen vervangen
worden, dus nooit aparte batterijen.
• Vóór elk gebruik moeten de instellingen van de trimschuivers van de zender voor de verschillende stuurrichtingen
gecontroleerd en indien nodig aangepast worden.
• Trek vóór het gebruik van het model de telescoopantenne van de zender steeds volledig uit, aangezien de zender
anders een veel kleinere reikwijdte zal hebben en de zendereindtrap te sterk belast wordt.
• Schakel steeds eerst de zender in. Pas daarna mag de vliegaccu van het model aangesloten worden. In het andere
geval kunnen er onvoorspelbare reacties van het modelvliegtuig optreden en kan de propeller ongewild beginnen
te draaien!
• Controleer vóór iedere inbedrijfstelling de correcte en vaste montage van de propeller.
• Let er bij draaiende propeller op dat er zich geen voorwerpen en lichaamsdelen in het draai- en aanzuigbereik van
de propeller bevinden.
c) Tijdens het gebruik
• U mag bij het gebruik van het product geen risico´s nemen! Uw eigen veiligheid en die van uw omgeving is afhankelijk
van uw verantwoord gebruik van het model.
• Een verkeerd gebruik van het product kan zware letsels en beschadigingen tot gevolg hebben! Let daarom bij het
vliegen op voldoende veiligheidsafstand tot personen, dieren en voorwerpen.
• Kies een geschikt terrein voor het gebruik van uw modelvliegtuig.
• U mag het model alleen besturen als uw reactievermogen niet verminderd is. Vermoeidheid of beïnvloeding door
alcohol of medicijnen kan verkeerde reacties tot gevolg hebben.
• Vlieg nooit direct op toeschouwers of op uzelf af.
• De motor, vliegregelaar en vliegaccu kunnen verhit raken tijdens het gebruik van het model. Pauzeer daarom 5-10
minuten vóórdat u de vliegaccu weer oplaadt of vóórdat u met een reserve vliegaccu opnieuw start. De aandrijfmotor
moet op omgevingstemperatuur afgekoeld zijn.
• Laat de afstandsbediening (zender) steeds ingeschakeld, zolang het model in gebruik is. Koppel na de landing
altijd eerst de vliegaccu los of schakel het model uit. Pas daarna mag de afstandsbediening uitgeschakeld worden.
• In geval van een defect of een verkeerde werking moet eerst de oorzaak van de storing worden verholpen, vóórdat
u het model weer start.
• U mag het model en de afstandsbediening niet gedurende langere tijd aan direct zonlicht of grote hitte blootstellen.
95