6.13 BOUGIE
De bougie moet na 200 bedrijfsuren worden
vervangen.
Maak de omgeving van de bougie schoon voordat
u de bougie verwijdert.
Bougie: Champion RC12YC of gelijkwaardig.
Elektrodeafstand: 0,75 mm.
6.14 LUCHTINLAAT VAN DE MO-
TOR (7:U)
De motor is luchtgekoeld. Door een verstopt koel-
systeem kan de motor beschadigd raken. Reinig de
luchtinlaat van de motor elke 50 bedrijfsuren. Bij
een grote beurt wordt het koelsysteem grondiger
gereinigd.
6.15 ZEKERING
Controleer of vervang de zekering van 20 A bij
elektrische problemen. Zie afb. 20.
Als het probleem aanhoudt, breng de machine dan
naar een erkende dealer voor reparatie.
6.16MAAIDEK
6.16.1Veiligheid
Om de kans op verwondingen bij een botsing te
verminderen en belangrijke onderdelen in het
maaidek te beschermen, zijn de volgende nood-
voorzieningen aangebracht.
• Bouten tussen messen en messenblad.
• Draaibegrenzing tussen tandwielen en mesas.
• Mogelijkheid tot doorslippen van aandrijfriem
op de plastic tandwielen.
6.16.2Verwijdering
Sommige onderhoudswerkzaamheden kunnen
eenvoudiger worden uitgevoerd als het maaidek
van de machine wordt gehaald. Verwijder het
maaidek als volgt:
1. Stel de maximale maaihoogte in.
2. Trek de riemspanner (21:H) uit en duw de riem
(21:J) omlaag langs de zijkant van de riemspan-
ner om de spanning van de riem te halen.
3. Trek de riem van de poelie.
4. Breng het maaidek omhoog en haak de veer van
de hefkabel (22:K) los.
5. Verwijder de borgschroeven (23:L) aan beide
kanten.
6. Haak het maaidek los van de voorassen en bew-
eeg het dek naar voren. Zie afb. 24.
6.16.3Montage
Monteer het maaidek als volgt:
1. Haak het dek over de voorassen.
Zie afb. 24.
NEDERLANDS
2. Verwijder de borgschroeven (23:L) aan beide
kanten.
3. Stel de maximale maaihoogte in.
4. Breng het maaidek omhoog en haak de hefkabel
(22:K) vast.
5. Plaats de riem (21:J) op de poelie.
6. Trek de riemspanner (21:H) uit en plaats deze
aan de buitenkant van de riem zodat deze wordt
gespannen.
6.16.4Messen vervangen
Zorg dat de messen altijd scherp zijn. Dan krijgt u
het beste maairesultaat. De messen moeten jaarli-
jks worden vervangen.
Controleer de messen altijd als deze ergens tegen
hebben gestoten. Als de messen zijn beschadigd,
moeten de beschadigde onderdelen worden
vervangen.
De messen zijn vervangbaar. Bij het vervangen
moeten beide messen op hetzelfde messenblad
worden vervangen om onbalans te voorkomen.
Let op!
Let bij de montage op het volgende:
• De messen en het messenblad moeten worden
gemonteerd volgens afb. 25.
• De messen kunnen 1/3 slag worden gedraaid in
hun bevestigingen. Plaats de messen onder een
hoek van 90° ten opzichte van elkaar. Zie hier-
onder bij 6.16.5.
Aanhaalmoment:
Schroeven (25:P) - 45 Nm
Bouten (25:Q) - 9,8 Nm
Bij een botsing kunnen de bouten (18:Q) breken en
kunnen de messen worden teruggebogen. Als dit
gebeurt, plaats dan originele bouten en bevestig ze
zoals hierboven beschreven.
6.16.5Messen synchroniseren
Het maaidek heeft gesynchroniseerde messen.
Als één van de messen op een hard voorwerp (bijv.
een steen) stoot, kan de synchronisatie veranderen.
Hierdoor bestaat het risico dat de messen met
elkaar in aanraking komen.
De messen zijn goed gesynchroniseerd als ze
onder een hoek van 90° ten opzichte van elkaar
staan. Zie afb. 26.
Controleer de synchronisatie altijd na een botsing.
Als de messen niet zijn gesynchroniseerd, kunnen
de volgende problemen optreden in het maaidek:
Draag bij het vervangen van de messen
werkhandschoenen om te voorkomen
dat u zich snijdt.
Gebruik altijd originele reserveonder-
delen. Niet-originele reserveonderdelen
kunnen verwondingen veroorzaken,
ook al passen ze in de machine.
NL
81