Wetenswaardigheden omtrent de
omgang met de Beurer-voorhoofds-
Vóór gebruik van een voorhoofdsthermometer, een oorthermometer
of een conventionele staafthermometer dient u het volgende in
acht te nemen:
• De verschillende hiervoor genoemde thermometers zijn geschikt
voor het meten van de lichaamstemperatuur op verschillende
plaatsen op het lichaam: voorhoofdsthermometer: meting
alleen aan het voorhoofd, oorthermometer: meting alleen in het
oor, staafthermomenter: rectale, gebruikelijke meting in het
achterwerk, axillaire (onder de oksel) of buccale meting
(wangzak) en onder de tong (sublinguaal).
Afhankelijk van de plaats op het lichaam waar gemeten wordt,
schommelt de temperatuurwaarde. De afwijking kan tussen
0,2 – 1° C liggen. Zo ligt het fysiologische temperatuurbereik bij:
- de voorhoofdstemperatuur – gemeten met een
-
voorhoofdsthermometer: 35,8 tot 37,6°C
- rectaal gemeten temperatuur – gemeten met een
-
conventionele thermometer: 36,3 tot 37,8°C.
Beurer – tip:
Gemeten temperaturen, met verschillende thermometers,
kunnen niet met elkaar worden vergeleken.
Geef daarom bij uw arts aan resp. houd er bij een zelfdiagnose
rekening mee, op welke plaats en met welke thermometer u de
lichaamstemperatuur heeft gemeten.
• De temperatuur van een gezonde mens wordt bovendien door
de volgende factoren beïnvloed:
- De individuele waarde van de persoon (individuele
stofwisseling)
- De leeftijd (De lichaamstemperatuur is bij zuigelingen en
kleine kinderen hoger en daalt met een toenemende
leeftijd. Bij kinderen komen grotere temperatuur-
schommelingen sneller en vaker voor.)
- De kleding
- De buitentemperatuur
- Het tijdstip van de dag ('s morgens is de lichaams-
temperatuur lager en stijgt in de loop van de dag.)
- De voorafgegane lichamelijke activiteit
thermometer
50