FR
NL
11
11
17
34
Frein sur roue arrière
Achterwielrem
1. Pour bloquer les freins des roues arrières, appuyer
sur le levier du frein (11) arrière jusqu'à ce qu'il
s'emboîte et tienne en place.
1. Om de achterwielremmen (11) te vergrendelen
drukt u het rempedaal naar beneden totdat het op
zijn plaats klikt.
2. Pour libérer les freins des roues arrières, pousser
sur la face supérieure du levier du frein (11) de la
roue arrière.
AVERTISSEMENT ! Lorsque vous utilisez les
freins de roue arrière (11), assurez-vous que les
freins sont bien serrés.
2. Om de achterwielremmen (11) te ontgrendelen
drukt u op het bovenste deel van het rempedaal.
WAARSCHUWING: Als u de achterwielrem
(11) gebruikt verzeker u er dan altijd van dat de
remmen goed vergrendeld zijn.
Verrouiller le dispositif de pivotement des roues
avant
Voorwielrem
1. Pour bloquer le dispositif de pivotement des roues
avant, pousser sur le verrou (17) jusqu'à ce qu'il
s'emboîte. La roue sera fixée dans la position
adéquate.
1. Om het voorwiel te vergrendelen drukt u de rem
(17) in totdat het "klikt". Het wiel zal in de juiste
positie vast blijven zitten.
2. Pour débloquer le dispositif de pivotement des
roues avant, appuyer sur le verrou (17) jusqu'à ce
qu'il s'emboîte.
2. Om het voorwiel te ontgrendelen drukt u de rem
(17) in totdat het "klikt".