Beelden op het display tonen—Graphics
U kunt de grafische schermen die op het display
worden getoond veranderen. Deze grafische
schermen verschijnen indien er gedurende
ongeveer 20 seconden geen bediening wordt
uitgevoerd (uitgezonderd voor "ImageLink").
• Int Demo:
Displaydemonstratie (animatie) en
de aanduiding van de
weergavebron verschijnen
afwisselend (zie bladzijde 8).
• All Demo:
Displaydemonstratie (animatie)
verschijnt (zie bladzijde 8).
• UserMovie: Uw eigen gemonteerde animatie
verschijnt (zie bladzijden 43 en 44).
• UserSlide: Uw eigen gemonteerde stilbeelden
verschijnen achtereenvolgend
(zie bladzijden 43 en 44).
• UserPict.:
Een van uw eigen gemonteerde
stilbeelden verschijnt
(zie bladzijden 43 en 44).
• ImageLink: Tonen van een stilbeeld tijdens
weergave van MP3/WMA-
fragmenten (zie bladzijde 25).
• Off:
Er worden geen grafische
schermen getoond.
Opmerking:
U kunt "UserMovie", "UserSlide" en "UserPict."
uitsluitend kiezen nadat geschikte bestanden in het
geheugen zijn vastgelegd. (Zie bladzijde 43).
Activeren of uitschakelen van de
bronanimatie op het display—Keyln CFM
De bronanimatie verschijnt op het display
wanneer u van bron verandert. U kunt de
bronanimatie voor het display activeren of
uitschakelen.
• On:
De bronanimatie wordt geactiveerd.
• Off:
De bronanimatie wordt uitgeschakeld.
Kiezen van de functie voor het rollen van
discinformatie en DAB-tekst—Scroll
U kunt de functie voor het rollen van
discinformatie en DAB-radiotekst (DLS: Dynamic
Label Segment) kiezen.
• Once:
Tijdens het tonen van de
discinformatie; wordt deze informatie
slechts éénmaal rollend getoond.
Tijdens het tonen van de DAB-tekst;
wordt de gedetailleerde DAB-tekst
rollend getoond.
• Auto:
Tijdens het tonen van de discinformatie;
wordt het rollen herhaald (met
intervallen van 5-seconden).
Tijdens het tonen van de DAB-tekst;
wordt de gedetailleerde DAB-tekst
rollend getoond.
48
• Off:
Tijdens het tonen van de
discinformatie; de functie voor het
rollen is geannuleerd.
Tijdens het tonen van de DAB-tekst;
worden uitsluitend de koppen van de
tekst, indien aanwezig, getoond.
Instellen van het contrastniveau voor het
display—Contrast
U kunt het displaycontrast instellen (1 – 10)
zodat de display-aanduidingen helder en goed
leesbaar zijn.
Kiezen van het verlichtingspatroon voor
het display—LCD Type
U kunt het gewenste verlichtingspatroon voor het
display kiezen.
• Auto:
Een positief patroon wordt overdag
gebruikt (afhankelijk van de
"Dimmer" instelling); 's nachts wordt
een negatief patroon gebruikt
(tevens afhankelijk van de "Dimmer"
instelling).
• Positive: Positief (normaal) patroon van het
display.
• Negative: Negatief (tegengesteld) patroon van
het display.
Kiezen van het lettertype voor het display
—Font Type
U kunt het lettertype voor de aanduidingen op
het display kiezen. Kies als gewenst "1" of "2".
Activeren of uitschakelen van het
labeldisplay—Tag
Een MP3-fragment of WMA-fragment kan
fragmentinformatie bevatten die we "ID3 Tag"
noemen. Hierin is onder andere de naam van het
album, zanger(es), fragmenttitels, etc. in
opgenomen.
Er zijn twee verschillende versies—ID3v1 (ID3 Tag
versie 1) en ID3v2 (ID3 Tag versie 2). Indien zowel
ID3v1 als ID3v2 op een disc zijn opgenomen, wordt
uitsluitend de ID3v2 informatie getoond.
• On:
Weergave van informatie in ID3-tags
is ingeschakeld tijdens het afspelen
van MP3-fragmenten en WMA-
fragmenten.
• Als een MP3-fragment of WMA-
fragment geen ID3-tag heeft,
worden de mapnaam en
fragmentsnaam weergegeven.