wanneer het gevaar bestaat las-
of snijdampen in te ademen
Wordt tijdens het werk de netka-
bel beschadigd of doorgesneden,
raak de kabel dan niet aan, maar
trek direct de netstekker uit het
stopcontact. Gebruik het apparaat
nooit met een beschadigde kabel.
Zorg voor een brandblusser bin-
nen handbereik. Voer na beëindi-
ging van de laswerkzaamheden
een brandcontrole uit (zie UVV*).
Probeer nooit de drukregelaar te
demonteren. Vervang een defect
reduceerventiel.
Transporteer en plaats het appa-
raat altijd op een stevige en vlakke
ondergrond. De maximaal toelaat-
bare hellingshoek voor transport
en plaatsing is 10°.
Service- en reparatiewerkzaamheden mo-
gen alleen worden uitgevoerd door een
geschoolde, erkende elektromonteur.
Let op een goed en rechtstreeks contact
van de massakabel in de directe omge-
ving van de las. Laat de lasstroom niet
via kettingen, kogellagers, staalkabels of
isolatiekabels lopen. Deze kunnen daarbij
smelten.
Zeker uzelf en het apparaat wanneer op
hooggelegen of sterk hellende plaatsen
wordt gewerkt.
Het apparaat mag alleen worden aange-
sloten op een correct geaard elektriciteits-
net. (3-fase 4-draden systeem met geaar-
de nulleider of 1-fase 3-draden systeem
met geaarde nulleider) Wandcontactdoos
en verlengkabel moeten een goed wer-
kende aardleider hebben.
Draag beschermende kleding, hand-
schoenen en lasschort.
Scherm de plaats van werken af met ver-
plaatsbare wanden of gordijnen.
- 110 -
Voer na beëindi-
Voer na beëindi-
De maximaal toelaat-
De maximaal toelaat-
Ontdooi geen bevroren buizen of leidin-
gen met behulp van een lasapparaat.
In afgesloten ketels, onder nauwe om-
standigheden en bij verhoogd electrisch
risico, mogen alleen apparaten met het
S-teken worden gebruikt.
Schakel het apparaat uit en sluit de afslui-
ter van de gasfles tijdens pauzes.
Gebruik de veiligheidsketting om te voor-
komen dat de gasfles omvalt.
Verwijder de netstekker uit de wandcon-
tactdoos, voordat van werkplek wordt
veranderd of aan het apparaat wordt ge-
werkt.
Neem de voor uw land geldende veiligheids-
voorschriften in acht. Wijzigingen voorbe-
houden.
4
Bedoeld gebruik
Het apparaat is bestemd voor het lassen van
staal, aluminium en legeringen, , alswel voor
het solderen van CuSi-draden, zowel voor
commerciële als industriële toepassingen.
5
Bescherming apparaat
Het apparaat is elektronisch beveiligd tegen
overbelasting. Gebruik geen sterkere zeke-
ringen dan die zijn vermeld op het typeplaat-
je van het apparaat.
Sluit voordat met het lassen wordt begon-
nen het zijdeksel.
6
Geluidsemissie
Het geluidsniveau van het apparaat is lager
dan 70 dB(A), gemeten bij een normlast vol-
gens EN 60974-1 bij maximaal werkpunt.
Geluidsemissie
01.10