k) Capaciteitsmeting
Controleer dat alle te meten schakelonderdelen, schakelingen en bouwelementen evenals andere
meetobjecten absoluut spanningsloos en ontladen zijn.
Houd bij elektrolytische condensatoren absoluut rekening met de juiste polariteit.
- Zet de DMM aan en selecteer de meetfunctie
- Druk 3x op de knop "SELECT" om de meetfunctie om te scha-
kelen. Op de display verschijnt de eenheid "nF" voor capaci-
teitsmeting. Door nogmaals op de knop te drukken schakelt u
door naar de volgende meetfunctie, etc.
- Steek de rode meetkabel in de V-meetbus (G) en de zwarte
meetkabel in de COM-meetbus (H).
Op basis van de gevoelige meetingang kan bij "open"
meetkabels een weergave op het display verschijnen.
Druk voor het meten van kleine capaciteiten (<600 nF)
op de knop "REL". Hierbij wordt het display gereset op
"0". De autorange-functie wordt hierbij gedeactiveerd.
- Verbind nu de beide meetkabels (rood = plus/zwart = min) met
het meetobject (condensator). Het display geeft na een korte
periode de capaciteit weer. Wacht totdat de waarde op het
display zich heeft gestabiliseerd. Bij capaciteiten >40 µF kan
dit enkele seconden duren.
- Het display geeft "OL" (voor overload) weer wanneer het meetbereik wordt overschreden.
- Verwijder na het meten de meetkabels van het te meten object en zet de DMM uit.
134