Lees vóór het eerste gebruik
van uw apparaat deze originele
gebruiksaanwijzing, ga navenant te werk
en bewaar hem voor later gebruik of voor
een latere eigenaar.
Voor de eerste inbedrijfstelling de veilig-
heidsaanwijzingen nr. 5.956-250 beslist
doorlezen!
Inhoudsopgave
Veiligheidsinstructies
Zorg voor het milieu
Reglementair gebruik
Elementen voor de bediening
en de functies
Voor de inbedrijfstelling
Inbedrijfstelling
Werking
Stillegging
Onderhoud
Hulp bij storingen
Technische gegevens
CE-verklaring
Garantie
Toebehoren en reserveonder-
delen
Veiligheidsinstructies
Het apparaat is toegelaten voor het gebruik
op oppervlakken met een helling van maxi-
maal 18 %.
Algemene aanwijzingen
Als u bij het uitpakken transportschade
constateert, neem dan contact op met uw
distributeur.
Lees voor het ingebruiknemen de ge-
bruiksaanwijzing van uw apparaat en
let bijzonder goed op de veiligheids-
voorschriften.
– De op het apparaat aangebrachte
waarschuwings- en aanwijzingsborden
geven aanwijzingen voor gebruik zon-
der gevaar.
– Naast de aanwijzingen in de gebruiks-
aanwijzingen moeten de algemene vei-
ligheidsvoorschriften en voorschriften
ter vermijding van ongevallen van de
wetgever in acht genomen worden.
Rijfunctie
Gevaar
Verwondingsgevaar!
Kantelgevaar bij de sterke hellingen.
– In rijrichting alleen hellingen tot maximaal
18 % berijden.
Kantelgevaar bij snel door de bochten rijden.
– In bochten langzaam rijden.
Kantelgevaar bij onstabiele ondergrond.
– Het apparaat uitsluitend op bevestigde
ondergrond bewegen.
Kantelgevaar bij de zijwaartse hellingen.
– Dwars op de rijrichting alleen hellingen
tot maximaal 18% berijden.
– De voor motorrijtuigen voorgeschreven
maatregelen, regels en verordeningen
dienen altijd te worden opgevolgd.
– De bediener moet het apparaat doel-
matig gebruiken. Hij moet bij het rijden
rekening houden met de plaatselijke
omstandigheden en bij het werken met
dit apparaat goed letten op anderen,
vooral op kinderen.
– Het apparaat mag alleen door perso-
nen worden gebruikt die voor de om-
gang ermee zijn opgeleid of hun
vaardigheden in het bedienen hebben
aangetoond en uitdrukkelijk de op-
NL -
1
dracht hebben gekregen voor het ge-
NL -
2
bruik.
NL -
2
– Voor het gebruik eerst de bedieneing
NL -
3
van het apparaat inoefenen op privaat
terrein.
NL -
3
– Het apparaat mag niet worden gebruikt
door kinderen of jongeren.
NL -
4
– Het meenemen van begeleidende per-
NL -
4
sonen is niet toegestaan.
NL -
6
Om onbevoegd gebruik van het appa-
NL -
6
raat te voorkomen, dient men de con-
NL -
9
tactsleutel te verwijderen.
NL - 10
Het apparaat mag nooit onbeheerd
NL - 11
worden achtergelaten zolang de motor
nog draait. De bediener mag het appa-
NL - 11
raat pas verlaten, als de motor is uitge-
NL - 11
zet, het apparaat tegen onbedoelde
bewegingen is beveiligd, de handrem is
aangetrokken en de contactsleutel uit
het contact is gehaald.
Apparaten met verbrandingsmotor
Gevaar
Verwondingsgevaar!
– De uitlaat mag niet geblokkeerd worden.
– Niet over de uitlaat buigen of deze aan-
raken (verbrandingsgevaar).
– Aandrijfmotor niet aanraken of vastpak-
ken (verbrandingsgevaar).
– Uitlaatgassen zijn schadelijk voor de
gezondheid, ze mogen niet worden in-
geademd.
– De motor heeft ca. 3 - 4 seconden na-
loop nodig na het uitzetten. In deze tijd
absoluut uit de buurt blijven van het
aandrijfbereik.
– Jerrycans met benzine die op het appa-
raat worden meegevoerd, moeten veilig
gesloten zijn.
– Er mogen alleen toebehoren en onder-
delen gebruikt worden, die door de fa-
brikant zijn goedgekeurd. Origineel
toebehoren en originele onderdelen
staan er borg voor dat het apparaat vei-
lig en storingsvrij gebruikt kan worden.
1
-
NL
Symbolen op het apparaat
Gevaar voor kneuzing. Apparaatkap bij het
sluiten alleen aan de grepen vasthouden.
Gevaar voor verwonding door roterende
onderdelen. Apparaatkap pas openen als
de motor stilstaat.
brandgevaar. Geen brandende of glimmen-
de voorwerpen opzuigen.
Verbrandingsgevaar door hete oppervlak-
ken! Laat de uitlaatinstallatie voldoende af-
koelen voordat u aan het apparaat begint te
werken.
Benzine is uiterst vuurgevaarlijk en explo-
sief. Vooraleer getankt wordt, de motor uit-
zetten en laten afkoelen.
De uitlaatgassen van de motor bevatten
giftige koolmonoxide. Niet laten draaien in
een gesloten ruimte.
Symbolen in de gebruiksaanwijzing
Gevaar
Voor een onmiddellijk dreigend gevaar dat
leidt tot ernstige en zelfs dodelijke lichame-
lijke letsels.
Waarschuwing
Voor een mogelijks gevaarlijke situatie die
zou kunnen leiden tot ernstige en zelfs do-
delijke lichamelijke letsels.
Voorzichtig
Voor een mogelijks gevaarlijke situatie die
kan leiden tot lichte lichamelijke letsels of
materiële schade.
47