Basisprincipes van de bediening
1. Open het deksel van het 2-vaks-bonen-
reservoir.
2. Vul de bonenvakken met koffiebonen.
3. Sluit het deksel van het 2-vaks-bonen-
reservoir.
4.5 Gemalen koffie gebruiken
Voor de bereiding van koffiespecialiteiten
kunt u ook gemalen koffie gebruiken.
OPGELET
Door het gebruik van ongeschikte
koffiesoorten kan de zetgroep verstopt
raken.
Gebruik geen instantproducten.
Doe maximaal één koffieschepje gema-
len koffie in de vulkoker.
1. Open het deksel van de vulkoker.
2. Gebruik het meegeleverde koffie-
schepje voor de dosering.
Doe maximaal één koffieschepje gema-
len koffie in de vulkoker.
3. Sluit het deksel van de vulkoker.
4. Volg de beschrijving in de hoofdstuk-
ken 5 tot 7.
Informatie
ū Bij het gebruik van gemalen koffie
is de bereiding van twee kopjes niet
mogelijk.
ū Als u binnen 3 minuten na het openen
van de vulkoker geen koffie bereidt,
wordt het apparaat automatisch omge-
schakeld op de bonenmodus en valt de
gemalen koffie in de residubak.
4.6 Watertank vullen
Gebruik voor een optimaal koffiegenot
alleen vers en koud water zonder koolzuur.
Ververs het water dagelijks.
Informatie
De kwaliteit van het water is bepalend
voor de smaak van de koffie. Gebruik
daarom een waterfilter (zie hoofdstuk 9.9,
pagina 98).
86
1. Open het deksel van de watertank en
trek de watertank aan de handgreep
omhoog uit het apparaat.
2. Vul de watertank met water.
Neem de maximale vulhoeveelheid van
1,8 liter in acht.
3. Plaats de watertank langs de boven-
kant in het apparaat en sluit het deksel.
4.7 Uitloop instellen
De uitloop is in hoogte verstelbaar. Zorg
voor een zo klein mogelijke afstand tussen
uitloop en kopje. Verplaats de uitloop
afhankelijk van het kopje omhoog of
omlaag.
4.8 Melk gebruiken
Gebruik voor een optimaal koffiegenot
gekoelde melk.
Afhankelijk van het model kunt u het mee-
geleverde melkkannetje of de melkslang
en een normale melkverpakking gebrui-
ken.
Melkcontainer aansluiten
Doe niet meer melk in het melkkannetje
dan u onmiddellijk wenst te gebruiken.
Afb. 9:
Melkkannetje aansluiten op het
apparaat
11
31
32