Yamaha 30D Betriebsanleitung Seite 244

DMP10010
INDEX
2-pens connector...........................................2-18
A
Accu controleren...........................................4-29
Accu-onderhoud .............................................4-9
Accuvereisten .................................................1-6
Achteruit .......................................................3-23
Afstandsbediening ..........................................2-8
Afstandsbedieningshendel ..............................2-9
Andere vaaromstandigheden ........................3-36
B
Bedrading en connectoren controleren .........4-19
Behandeling van ondergedompelde motor .....5-8
Benzine ...........................................................1-5
Benzine/motoroliemengschema....................3-12
Besturingswrijvingsregelschroef ..................2-13
Beveiliging tegen starten in versnelling .........1-9
Bovenkapvergrendelhendel ..........................2-17
Brandstof bijvullen .........................................3-6
Brandstof en olie bijvullen..............................3-6
Brandstofleidingkoppelstuk............................2-3
Brandstofmeter ...............................................2-3
Brandstoftank ..........................................2-3, 4-7
C
Chokeknop......................................................2-6
Chokeschakelaar ...........................................2-11
Controleren van de brandstoffilter................4-16
D
De accu aansluiten ........................................4-31
De accu loskoppelen .....................................4-31
De anode inspecteren en vervangen .............4-28
De bootbodem van een coating voorzien......4-32
De bougie schoonmaken en bijstellen ..........4-13
De bouten en moeren controleren.................4-32
De bovenkap controleren..............................4-14
De brandstoftank reinigen.............................4-27
De buitenboordmotor opbergen......................4-6
De buitenboordmotor reinigen......................4-32
De buitenboordmotor transporteren en
opbergen .........................................................4-5
De buitenboordmotor trimmen .....................3-25
De buitenboordmotor vervoeren.....................4-5
De motor inlopen ..........................................3-12
De motor laten warmdraaien ........................3-21
De motor starten ...........................................3-14
De motor uitzetten ........................................3-24
De motorolietank controleren op aanwezigheid
van water.......................................................4-15
De schroef controleren..................................4-23
E
Een zekering vervangen................................4-19
G
Gashendelwrijvingsregelschroef/knop ...........2-7
Gasklepstandindicator.....................................2-6
Gebruik na lange opslagperiode ...................3-11
H
Het brandstofsysteem controleren ................4-15
Het geschilderde oppervlak van de motor
controleren ....................................................4-32
Het trim- en kantelbekrachtigingssysteem
controleren ....................................................4-25
Hoofdcomponenten.........................................2-1
Hoofdschakelaar ...........................................2-10
I
Identificatienummerdocument........................1-1
Impactschade ..................................................5-5
Inloopprocedure............................................3-13
Installatie ...............................................3-1, 4-24
Instructies voor het tanken..............................1-4
K
Kantelsteunhendel.........................................2-16
Kantelsteunknop ...........................................2-17
Kantelsteunstang...........................................2-16
Kantelvergrendelmechanisme.......................2-16
Koelsysteem uitspoelen ..................................4-8
L
Lagesnelheidswrijvingsregelschroef.............2-13
M
Mengsel van benzine en olie...........................3-8
Montage van de buitenboordmotor.................3-2
Montagehoogte ...............................................3-3
Motorbuitenkant ...........................................4-32
Motorolie ........................................................1-5
Motorstop-snoerschakelaar ...................2-5, 2-11
Motoruitschakelknop ......................................2-4
O
Olie bijvullen ..................................................3-6
Oliepeil- en oliefilterverstoppings-
waarschuwingssysteem.................................2-20
Omhoog/omlaag kantelen.............................3-32
Ondiep-waterhendel......................................2-15
Ontluchtingsschroef........................................2-3
Oververhittingswaarschuwing ......................2-19
P
Periodiek onderhoud.....................................4-11
6-1
NL