6.1
Batterij spaarstand
Om de levensduur van de batterij te verlengen, gaat de Doppler automatisch in slaapstand na vijf minuten
continu gebruik. Om de Doppler uit de slaapstand te halen, zet u de Aan/Uit/Volume-knop in de Uit-stand en
vervolgens weer Aan.
6.2
Na gebruik
Zet de Aan/Uit/Volume-regelaar in de Uit-stand.
Raadpleeg het gedeelte over reiniging voordat u het toestel opslaat of op een andere patiënt gebruikt.
7.
Onderhoud en reiniging
7.1
Algemeen onderhoud
NL
De doppler bevat delicate componenten, bijvoorbeeld de sondepunt, die met zorg moeten worden behandeld
en gehanteerd. Af en toe en wanneer de integriteit van het systeem betwijfeld wordt, dient u een controle uit
te voeren van alle functies zoals beschreven in het desbetreff ende gedeelte van deze handleiding. Indien er
defecten zijn, dient u contact op te nemen met Huntleigh of uw distributeur voor een reparatie of vervanging.
Let op
•
Controleer het plaatselijke beleid voor infectiecontrole en eventuele procedures voor het reinigen
van medische apparatuur.
•
Houd u aan de waarschuwingen en richtlijnen voor het labellen van reinigingsvloeistof met
betrekking tot het gebruik en persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM).
•
Vóór gebruik dient overtollige oplossing uit het doekje geknepen te worden wanneer reinigings- of
ontsmettingsdoekjes worden gebruikt.
•
Zet de Doppler altijd uit voor het reinigen en desinfecteren en koppel deze los van de
stroomvoorziening.
•
Veeg ontsmettingsmiddel steeds weg met een doek bevochtigd met schoon water.
•
Laat geen vloeistof in de producten stromen en dompel de producten niet onder in een oplossing.
•
Gebruik geen schuurmiddelen of -doeken.
•
Gebruik geen automatische spoelers of autoclaven.
•
Gebruik geen fenol ontsmettingsmiddelen of oplossingen op basis van schoonmaakmiddelen die
kationische oppervlakte-actieve stoff en, stoff en op basis van ammonia of parfums en antiseptische
oplossingen bevatten.
7.2
Reiniging en ontsmetting van de Doppler
Houd de externe oppervlakken steeds schoon en vrij van vuil en vloeistoff en met een schone, droge doek.
•
Veeg eventuele vloeistoff en van het oppervlak van het product met een schone, droge doek.
•
Schoonvegen met een doek bevochtigd in 70% isopropylalcohol.
•
Volledig droogvegen met een schone, droge doek.
•
Indien het product vervuild werd, dient u de methoden te gebruiken zoals beschreven voor de
sondes.
7.3
Reiniging en ontsmetting van de sondes
(Geldt niet voor IOP8/DIOP8 Intraoperatieve Sonde. Raadpleeg Intraoperatieve sonde IFU voor meer
informatie over de reinigings-/sterilisatieprocessen).
Reinig de sondes alvorens een patiënt te onderzoeken aan de hand van de onderstaande reinigingsmethode
voor laag risico.
Na het onderzoek van de patiënt dient u de sondes te reinigen en/of desinfecteren aan de hand van de gepaste
methode afhankelijk van het risico op kruisbesmetting zoals onderstaand beschreven:
Risico
Defi nities
Laag
Normaal gebruik of situaties met
laag risico, inclusief patiënten
met gave huid en geen bekende
infectie.
Procedure
1. Verwijder de vervuiling, veeg schoon met een mild en
neutraal schoonmaakmiddel en veeg vervolgens schoon
met een doek bevochtigd met water.
2. Volledig droogvegen met een schone doek.