(2) Stel de gewenste zaagdiepte in door de afstand tussen
het zaagblad en het oppervlak van de basis in te
stellen.(Afb. 24)
OPMERKING
Wanneer u een enkele groef zaagt aan één van de
uiteinden van het werkstuk, kunt u wat over is
verwijderen met een beitel.
22. Gebruik de lamp (Alleen model C8FSHE)
WAARSCHUWING
Controleer of het gereedschap en de lamp uit zijn
voordat u de stekker in het stopcontact steekt.
De lamplens kan nog zeer heet zijn meteen na gebruik
en mag onder geen enkele omstandigheid worden
aangeraakt.
Dit om brandwonden te voorkomen.
LET OP
Stel de lamp niet aan harde schokken bloot.
Dit om beschadiging van de lamp of een kortere
levensduur van de lamp te voorkomen.
Gebruik de lamp alleen bij het zagen.
Laat de lamp niet langdurig in de ogen schijnen.
Dit om oogbeschadiging te voorkomen.
Gebruik een zacht doekje om vuil van de lamplens te
verwijderen, om krassen of andere beschadigingen
te voorkomen.
Krassen op de lamplens kunnen resulteren in minder
verlichting.
Over de lampschakelaar heen zit een anti-stofkapje.
Zorg dat dit kapje niet bekrast wordt of op andere wijze
beschadigt.
Het kan gebeuren dat er zaagsel in de schakelaar
terechtkomt waardoor de lamp niet meer juist werkt.
(1) Steek de stekker van het gereedschap in een stopcontact.
(2) Zet de lampschakelaar in de bovenste stand (ON) om
de lamp in te schakelen en in de onderste stand (OFF)
om de lamp uit te schakelen. (Zie Afb. 28)
(3) Beweeg de lamparmatuur naar rechts en links om de
gewenste positie te bepalen.
BEVESTIGEN EN VERWIJDEREN VAN HET
ZAAGBLAD
WAARSCHUWING
Voorkom ongelukken en letsel en schakel het
gereedschap derhalve altijd uit en trek de stekker van
het netsnoer uit het stopcontact alvorens een zaagblad
te bevestigen of te verwijderen.
1. Bevestigen van het zaagblad (Afb. 25, Afb. 26 en Afb. 27)
(1) Gebruik de meegeleverde 10 mm pijpsleutel om de 6
mm bout waarmee de asafdekking vast zit los te
maken en verdraai de vervolgens de asafdekking.
(2) Druk de drijfas-vergrendeling naar binnen en draai
de bout los met de 10 mm ringsleutel.
De bout heeft een linkse schroefdraad en wordt
derhalve losgedraaid door naar rechts te draaien.
OPMERKING
Als de drijfas-vergrendeling niet gemakkelijk naar
binnen gedrukt kan worden om de drijfas te
vergrendelen, draait u de bout met de 10 mm
ringsleutel terwijl u op de drijfas-vergrendeling drukt.
De drijfas van het zaagblad wordt vergrendeld wanneer
de drijfas-vergrendeling naar binnen wordt gedrukt.
(3) Verwijder de bout en de sluitring (D).
(4) Til de onderste afscherming omhoog en monteer het
zaagblad.
WAARSCHUWING
Bij het bevestigen van het zaagblad moet u controleren
of de draai-indicatiemarkering op het zaagblad en de
draairichting op de tandwielkast juist overeenkomen.
(5) Reinig sluitring (D), en de bout en plaats deze op de
zaagbladdrijfas.
(6) Druk de drijfas-vergrendeling naar binnen en haal de
bout aan door deze met de 10 mm ringsleutel naar
links te draaien.
(7) Draai aan de drijfas-afdekking totdat de haak in de
drijfas-afdekking in de oorspronkelijke positie is. Draai
vervolgens de 6 mm bout vast.
LET OP
Controleer of de drijfas-vergrendeling naar de
teruggetrokken positie is teruggekeerd nadat u het
zaagblad aangebracht of verwijderd hebt.
Draai de bout goed vast zodat deze tijdens de werking
van het gereedschap niet los kan schieten.
Controleer dat de bout goed is vastgedraaid alvorens
de werking van het elektrische gereedschap te starten.
Controleer of de onderste afscherming in de gesloten
stand is.
2. Verwijderen van het zaagblad
Maak het zaagblad los door de bevestigingsprocedure
in bovenstaande paragraaf 1 in de omgekeerde
volgorde uit te voeren.
Het zaagblad kan gemakkelijk verwijderd worden
nadat de onderste afscherming is opgetild.
LET OP
Gebruik uitsluitend zaagbladen met een diameter van
216 mm.
ONDERHOUD EN INSPECTIE
WAARSCHUWING
Voorkom ongelukken en letsel en controleer derhalve
altijd dat het gereedschap met de startschakelaar is
uitgeschakeld (OFF) en de stekker van het netsnoer
uit het stopcontact is getrokken alvorens onderhoud
uit te voeren of het gereedschap te inspecteren.
Meld een eventueel door u geconstateerd gebrek aan
de afschermingen of het zaagblad onmiddellijk aan
de bevoegde persoon.
1. Inspecteren van het zaagblad
Vervang het zaagblad onmiddelijk bij de eerste
tekenen van botheid of schade.
Een beschadigd zaagblad kan leiden tot persoonlijk
letsel en een bot zaagblad levert slechte prestaties en
overbelas mogelijk de motor.
LET OP
Gebruik nooit een bot zaagblad. Een bot zaagblad leidt
meestal tot een grotere druk op de zaaghendel en maakt
het gebruik van de electrische machine onveilig.
2. Inspecteren van de bevestigingsschroeven
Inspecteer alle schroeven regelmatig en controleer dat
ze goed zijn vastgedraaid. Draai losse schroeven direct
vast. Dit nalaten kan namelijk ernstige ongelukken
veroorzaken.
3. Inspecteren van de koolborstels (Afb. 29)
In de motor zijn koolborstels toegepast die aan slijtage
onderhevig zijn. Overmatig versleten koolborstels
kunnen motorstoringen veroorzaken. Wanneer de
koolborstels tot in de buurt van de "slijtagegrens" zijn
versleten, moeten deze door nieuwe borstels met
hetzelfde borstelnummer als aangegeven in de
Nederlands
56