Bij gebruik buitenshuis of in de buurt van een raam is
het mogelijk dat u de laserstreep niet goed ziet als
gevolg van het zonlicht. Werk in dat geval op een
plaats die niet in de zon is zodat u de laserstreep
duidelijk kunt zien.
Trek niet aan het snoer achter het motorblok en wikkel
het snoer ook niet om uw vinger, een stuk hout e.d.,
want het snoer kan losraken waardoor de
lasermarkeerinrichting niet meer oplicht.
Controleer regelmatig of de positie van de laserlijn in
orde is. Om dit controleren tekent u op een werkstuk
een rechthoek met een hoogte van 20 mm en een
breedte van 150 mm, waarna u controleert of de
laserlijn gelijk loopt aan de inktlijn [Het verschil tussen
de inktlijn en laserlijn dient minder te zijn dan de
breedte van inktlijn (0,5mm)] (Afb. 14).
10. Zagen
(1) De breedte van het zaagblad is tevens de breedte van
de zaagsnede (zie Afb. 15). Als gevolg hiervan, schuift
u het werkstuk naar rechts (bezien vanuit de bediener)
wanneer lengte
is verlangd, of naar links, wanneer
lengte is
is verlangd.
Indien een lasermarkering wordt gebruikt, lijn dan de
laserlijn uit met de linkerzijde van het zaagblad, en
vervolgens lijnt u de inktlijn uit met de laserlijn.
(2) Nadat de stroom is ingeschakeld en het zaagblad op
het maximum toerental is gekomen, dient u de
handgreep langzaam naar beneden te brengen terwijl
u de vergrendelgreep ingedrukt houdt en het zaagblad
in de buurt van het te zagen materiaal brengen.
(3) Wanneer het zaagblad contact maakt met het
werkstuk, duwt u de handgreep geleidelijk naar
beneden om in het werkstuk te snijden.
(4) Wanneer het werkstuk tot de gewenste diepte is
gesneden, schakelt u het gereedschap uit en laat het
zaagblad dan volledig tot stilstand komen voordat u
de handgreep omhooghaalt van het werkstuk om deze
weer in de volledig ingetrokken positie te zetten.
LET OP
Raadpleeg de tabel met "SPECIFICATIES" voor de
maximale zaagcapaciteit.
Een hogere druk op de handgreep resulteert niet in
een hogere snijsnelheid. Integendeel, bij een te hoge
druk kan de motor overbelast worden en/of het
snijrendement afnemen.
Zorg dat de trekschakelaar in de OFF stand staat en
de stekker uit het stopcontact is gehaald wanneer het
gereedschap niet wordt gebruikt.
Schakel het gereedschap altijd uit en laat het zaagblad
volledig tot stilstand komen voordat u de handgreep
vanaf het werkstuk omhooghaalt. Als de handgreep
omhooggehaald wordt terwijl het zaagblad nog
ronddraait, kan het afgesneden stuk materiaal vast
komen te zitten tegen het zaagblad waardoor er
gevaarlijke splinters kunnen rondvliegen.
Telkens wanneer een normale of een diepe
snijbewerking is voltooid, zet u de schakelaar uit en
controleert dan of het zaagblad volledig tot stilstand
is gekomen. Haal daarna de handgreep omhoog en
zet deze weer in de volledig teruggetrokken stand.
U moet absoluut eerst het gezaagde materiaal van de
bovenkant van de draaitafel verwijderen voor u
doorgaat naar de volgende stap.
11. Snijden van smalle werkstukken (Pers-snijden)
Schuif de scharnier omlaag naar de houder (A) en
draai dan de schuifvastzetknop vast (Afb. 2). Laat de
handgreep zakken om het werkstuk te snijden. U kunt
nu werkstukken snijden met een afmeting van 65 mm
in het vierkant.
12. Zagen van grote werkstukken
Het is mogelijk dat een volledige zaagbewerking niet
mogelijk is afhankelijk van de hoogte van het
werkstuk. In dit geval bevestigt u via de 7 mm gaten
in het afschermingsvlak een hulpplaat met de 6 mm
schroeven met platte kop en de 6 mm moeren (er zijn
twee gaten aan beide kanten). (Afb. 16)
Zie "SPECIFICATIES" voor de dikte van de hulpplaat.
13. Snijden van brede werkstukken (Schijven snijden)
Draai de schuifvastzetknop los (Afb. 2), pak de
handgreep vast en schuif het zaagblad naar voren.
Druk op de handgreep en schuif het zaagblad terug
om het werkstuk te snijden. U kunt nu werkstukken
snijden met een breedte van 312 mm.
WAARSCHUWING
Leg nooit uw hand op de zijgreep tijdens het snijden
want het zaagblad komt dicht bij de zijgreep wanneer
de motorkop zakt.
14. Procedure voor verstekzagen
(1) Draai de zijgreep los en trek de hendel omhoog voor
hoekstoppers. Stel daarna de draaitafel af totdat de
indicator is uitgelijnd met de gewenste instelling op
de verstekschaal (Afb. 17).
(2) Draai de zijgreep weer vast om de draaitafel in de
gewenste positie te vergrendelen.
(3) De verstekschaal geeft de snijhoek op de hoekschaal
en de gradiënt op de graadschaal aan.
(4) De gradiënt, dit is de verhouding tussen de hoogte
en de basis van het driehoekige gedeelte dat
verwijderd wordt, kan indien gewenst gebruikt
worden voor de instelling van de verstekschaal in
plaats van de snijhoek.
(5) Om dus een werkstuk met een gradiënt van 2/10 te
snijden, zet u de indicator op deze positie.
OPMERKING
Er zijn positieve stops aan de rechter- en linkerkant
van de middelste 0° instelling, op de plaats van de
15°, 22,5°, 31,6° en 45° instellingen.
Zorg dat de verstekschaal en het uiteinde van de
indicator juist zijn uitgelijnd.
Wanneer de zaag wordt gebruikt terwijl de
verstekschaal en de indicator niet juist zijn uitgelijnd,
of wanneer de zijhandgreep niet juist is vastgedraaid,
kan dit resulteren in een slechte snijprestatie.
15. Procedure voor afschuinen (Afb. 18)
LET OP
Zorg dat de klemhendel stevig vastzit tijdens het
afschuinen.
Doe dit wanneer het te zagen materiaal langer dan 25
mm is. In sommige gevallen kan er anders niet worden
gezaagd omdat het zaagblad de binnenkant van de
onderste afscherming raakt.
(1) Draai de klemhendel los en draai het zaagblad naar
de linker of rechter afschuinpositie. Bij het kantelen
van de motorkop naar rechts trekt u de instelpen naar
achteren.
OPMERKING
Draai de klemhendel los, kantel het gereedschap naar
links en trek dan aan de instelpen voor het zagen van
hoeken van 48 graden.
Nederlands
54