Ga hierbij als volgt te werk:
Ø
Pak de vlamkeerplaat vast en duw de rechterzijde omhoog.
Ø
Schuif de vlamkeerplaat over de richel naar rechts.
Ø
Laat de linkerzijde van de vlamkeerplaat zakken en neem de vlamkeerplaat uit.
Het plaatsen van de vlamkeerplaat geschiedt in omgekeerde volgorde.
Het rvs-profiel dient aan de voorzijde geplaatst te worden met de schroefkoppen naar de bovenzijde gericht
!Let op
(zie Bijlage 2, afb. 4).
9.3 Afstellen deur / Vervangen deurafdichting
Controleer bij installatie of onderhoud het sluiten van de deur.
Ga hierbij als volgt te werk:
Ø
Controleer de afdichting van de deur door een vel papier tussen de deur en de haard te plaatsen. Na het sluiten van
de deur mag het vel papier er niet makkelijk uitgetrokken kunnen worden. Controleer de haard rondom.
Bij onvoldoende aansluiten (kieren) kan de deur worden afgesteld. Zie hiervoor paragraaf 9.4. Daarnaast kan bij alle,
in deze handleiding beschreven, toestellen de deurafdichting worden vervangen. Ook hiervoor verwijzen wij naar
paragraaf 9.4.
9.4 Aanvullende installatie-instructies per toestel
9.4.1 Lars 1000
9.4.1.1 Buitenluchtaansluiting
Voor deze toestellen is als accessoire een buitenluchtaansluiting verkrijgbaar. Montage geschiedt altijd aan de
onderzijde van het toestel.
Indien u een RS toestel installeert, is de buitenluchtaansluiting bij levering al voorgemonteerd. Volg dan de stappen
!let op
zoals beschreven onder het kopje 'Buitenluchtaansluiting voorgemonteerd'.
Buitenluchtaansluiting niet voorgemonteerd:
Afvoer is bij deze toestellen alleen via de achterzijde mogelijk.
Ga bij het aansluiten van de buitenluchtaansluiting als volgt te werk (zie Bijlage 2, afb. 9 en 11):
Ø
Draai de 5, op de buitenluchtaansluiting, voorgemonteerde bouten los.
Ø
Plaats de buitenluchtaansluiting tegen de plaat, die zich aan de onderzijde van het toestel bevindt.
Ø
Schroef de 5 bouten weer vast.
Ø
Volg vanaf hier de stappen hieronder; achteraansluiting of onderaansluiting.
Bij een achteraansluiting (zie Bijlage 2, afb. 9 a+b):
Ø
Breek het plaatje uit de achterzijde van het toestel.
Ø
Schroef de bak ten behoeve van de achteraansluiting met 4 bouten vast.
Ø
Sluit de flexibele slang aan op de ronde 'pijpmond' van bovengenoemde bak. De flexibele slang kan alleen van de
achterzijde worden aangevoerd.
De ronde pijpmond ten behoeve van de onderaansluiting is niet nodig bij de installatie en dient verantwoord te
Let op!
worden afgevoerd.
Bij een onderaansluiting (zie Bijlage 2, afb. 11 a+b):
Ø
Monteer de meegeleverde ronde pijpmond met behulp van 4 bouten.
Ø
Sluit de flexibele slang (Ø 80 mm) aan op deze pijpmond.
De bak met ronde pijpmond ten behoeve van de achteraansluiting is niet nodig bij de installatie en dient
Let op!
verantwoord te worden afgevoerd.
Buitenluchtaansluiting voorgemonteerd:
Ø
Sluit de flexibele slang (Ø 80 mm) aan op de ronde 'pijpmond' van de buitenluchtaansluiting.
Bij een RS toestel is sprake van een volledig gesloten systeem. Zorg hierbij altijd voor een luchtdichte aansluiting
!Let op
van de flexibele slang op de ronde 'pijpmond' door toepassing van hittebestendige kit.
18
I N S T A LL A T I E H A N D LE I D I N G