Herunterladen Diese Seite drucken

Bosch GCL 2-50 G Professional Originalbetriebsanleitung Seite 55

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für GCL 2-50 G Professional:

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
– Markeer het midden van de verticale laserlijn op de vloer
van de deuropening (punt Ⅰ), op een afstand van 5 m aan
de andere zijde van de deuropening (punt Ⅱ), evenals bij
de bovenrand van de deuropening (punt Ⅲ).
– Draai het meetgereedschap 180° en plaats het aan de an-
dere zijde van de deuropening, direct achter punt Ⅱ. Laat
het meetgereedschap zich nivelleren en de verticale la-
serlijn zodanig uitlijnen, dat het midden hiervan door de
punten Ⅰ en Ⅱ loopt.
– Markeer het midden van de laserlijn op de bovenrand van
de deuropening als punt Ⅳ.
– Het verschil d van de beide gemarkeerde punten Ⅲ en Ⅳ
geeft de werkelijke verticale afwijking van het meetge-
reedschap.
– Meet de hoogte van de deuropening.
De maximale toegestane afwijking berekent u als volgt:
dubbele hoogte van de deuropening × 0,3 mm/m
Voorbeeld: bij een hoogte van de deuropening van 2 m mag
de maximale afwijking
2 × 2 m × ±0,3 mm/m = ±1,2 mm bedragen. De punten Ⅲ
en Ⅳ mogen dus maximaal 1,2 mm uit elkaar liggen.
Loodnauwkeurigheid controleren
Voor de controle heeft u een vrij meettraject op een vaste
ondergrond met een afstand van ca. 5 m tussen vloer en pla-
fond nodig.
– Monteer het meetgereedschap op de draaihouder (11)
en zet het op de grond. Kies puntmodus en laat het meet-
gereedschap nivelleren.
Bosch Power Tools
– Markeer het midden van het bovenste laserpunt op het
plafond (punt Ⅰ). Markeer bovendien het midden van het
onderste laserpunt op de grond (punt Ⅱ).
– Draai het meetgereedschap 180°. Plaats het zodanig dat
het midden van het onderste laserpunt op het reeds ge-
markeerde punt Ⅱ ligt. Laat het meetgereedschap nivelle-
ren. Markeer het midden van het bovenste laserpunt
(punt Ⅲ).
– Het verschil d van de beide gemarkeerde punten Ⅰ en Ⅲ
op het plafond levert de daadwerkelijke afwijking van het
meetgereedschap van de verticale lijn op.
De maximale toegestane afwijking berekent u als volgt:
dubbele afstand tussen vloer en plafond × 0,7 mm/m.
Voorbeeld: bij een afstand tussen vloer en plafond van 5 m
mag de maximale afwijking
2 × 5 m × ±0,7 mm/m = ±7 mm bedragen. De punten Ⅰ en Ⅲ
mogen dus maximaal 7 mm uit elkaar liggen.
Aanwijzingen voor werkzaamheden
Gebruik voor het markeren altijd alleen het midden
u
van het laserpunt of de laserlijn. De grootte van het la-
serpunt of de breedte van de laserlijn veranderen met de
afstand.
Werken met de draaihouder RM 10
(zie afbeeldingen F–H)
Met behulp van de draaihouder (11) kunt u het meetgereed-
schap 360° rond een centraal, altijd zichtbaar loodpunt
draaien. Daardoor kunnen de laserlijnen worden ingesteld
zonder de positie van het meetgereedschap te veranderen.
Met de fijninstelschroef (14) kunt u verticale laserlijnen
exact op referentiepunten uitlijnen.
Plaats het meetgereedschap met de geleidingsgroef (6) te-
gen de geleidingsrail (12) van de draaihouder (11) en schuif
het meetgereedschap tot aan de aanslag op het platform.
Om los te maken, trekt u het meetgereedschap in omgekeer-
de richting van de draaihouder.
5 m
Plaatsingsmogelijkheden van de draaihouder:
– staand op een vlakke ondergrond
– tegen een verticaal vlak geschroefd
– met behulp van de magneten (15) op metalen oppervlak-
ken
– in combinatie met de plafondklem (16) aan plafondplin-
ten.
Nederlands | 55
d
180°
1 609 92A 7LT | (28.04.2022)

Werbung

loading

Diese Anleitung auch für:

0 601 066 m023 601 k66 m