Vermogen
Min. debiet-
buitenunit,
snelheid in
elektrische
l/h
hulpverwar-
ming geac-
tiveerd, 5,4
kW
4 kW
410 l/h
6 kW
410 l/h
8 kW
690 l/h
10 kW
690 l/h
Vermogen
Min. debiet-
buitenunit,
snelheid
elektrische
hulpverwar-
ming gede-
activeerd of
verlaagd
4 kW
410 l/h
6 kW
410 l/h
8 kW
690 l/h
10 kW
690 l/h
4
Montage
4.1
Product uitpakken
1.
Verwijder de buitenste verpakkingsdelen zonder het
product te beschadigen.
2.
Verwijder de documentatie.
3.
Neem de aansluitbijverpakking.
4.
Demonteer de voormantel. (→ Pagina 208)
5.
Om de verbinding van het product met de pallet los te
maken, verwijdert u de 4 schroefverbindingen aan de
voor- en achterkant.
204
Minimaal CV-watervolume
in liter
Vloerverwar-
Radiatoren
ming / venti-
latorconvec-
toren
0 l
0 l
0 l
0 l
Minimaal CV-watervolume
Vloerverwar-
Radiatoren
ming / venti-
latorconvec-
toren
40 l
40 l
80 l
80 l
4.2
Leveringsomvang controleren
▶
Controleer de leveringsomvang op volledigheid en be-
schadigingen.
Hoeveelheid
Omschrijving
Product
1
Zakje met documentatie
1
1
Bijverpakking hydraulica (vul- en afsluitkra-
nen, warmwater-overdrukarmatuur, vulinrich-
ting, afsluitdop voor condensaatafvoerope-
ning in mantel)
1
1 separaat karton met: 1x karton met steek-
verbinders (Modbus, eBUS, DCF), 1x Mod-
bus-adapter buitenunit, 1x aardingsklem
1
1 separate karton met 1/4" wartelmoer
4.3
Opstelplaats kiezen
▶
Kies een droge binnenruimte die altijd vorstvrij is, die de
maximale opstelhoogte niet overschrijdt en die de toege-
stane omgevingstemperatuur niet onder- of overschrijdt.
–
Toegestane omgevingstemperatuur bij vrije opstel-
ling: 7 ... 40 ℃
–
Toegestane omgevingstemperatuur bij nisopstelling:
7 ... 35 ℃
–
Toegestane relatieve luchtvochtigheid: 40 ... 75 %
▶
De opstellingsplaats moet onder 2.000 meter boven NAP
liggen.
▶
Let erop dat de vereiste minimumafstanden in acht geno-
men kunnen worden.
▶
Neem het toegestane hoogteverschil tussen buiten-
unit en binnenunit in acht. Zie technische gegevens
(→ Pagina 260).
▶
Houd er bij de keuze van de opstelplaats rekening mee
dat de warmtepomp tijdens het gebruik trillingen aan de
bodem of aan in de buurt liggende wanden kan overbren-
gen.
▶
Zorg ervoor dat de vloer vlak is en voldoende draagver-
mogen heeft om het gewicht van het product incl. de in-
houd warmwaterboiler te kunnen dragen.
▶
Zorg ervoor dat de leidingen (zowel warmwater- alsook
verwarmings- en koudemiddelleidingen) doelmatig geïn-
stalleerd kunnen worden.
4.4
Minimaal opsteloppervlak van de
opstelruimte waarborgen
▶
Waarborg, dat de opstelruimte conform de internationale
norm voor brandbare koudemiddelen het vereiste opstel-
oppervlak heeft.
Opsteloppervlak minimale afmetingen voor 4/6 kW
(→ Pagina 205)
Opsteloppervlak minimale afmetingen voor 8/10 kW
(→ Pagina 206)
▶
Wanneer het minimale opsteloppervlak door een afzon-
derlijke ruimte niet kan worden gewaarborgd, is het ook
mogelijk, meerdere ruimten tot een ruimteluchtcombinatie
te combineren. Hierbij moet altijd zijn gewaarborgd, dat
een luchtuitwisseling tussen de ruimten aanwezig is.
▶
Bereken de ruimteluchtcombinatie voor R32-installaties
in gebouwen als volgt (IEC 60335-2-40:2018 G1.3).
Bij vast opgestelde producten kunnen ruimten, die zich op
dezelfde verdieping bevinden en door een open doorgang
onderling zijn verbonden, bij het bepalen van de conformiteit
Installatie- en onderhoudshandleiding 0020318683_00