4. Enkele functies hoeven alleen geactiveerd
of gedeactiveerd te worden, bij andere
moet u waarden invoeren.
Activeerbare functies: Vele functies
kunnen alleen geactiveerd of gedeac-
tiveerd worden zonder dat er andere
instellingen hoeven te worden ingevuld
(bv. Warming-up). Deze functies worden
door alleen aantikken geactiveerd of
gedeactiveerd. In geactiveerde toestand
wordt het statusveld groen weergegeven,
in gedeactiveerde toestand grijs.
Activeerbare functies met vervolgin-
stellingen: Verander de aan/uit-weerga-
ve. Als het veld een groene achtergrond
heeft, dan is deze functie actief. Bij een
zwarte achtergrond is de functie gedeac-
tiveerd. Als de functie is geactiveerd, dan
worden de vervolgfuncties in kleur weer-
gegeven en kunnen geselecteerd worden.
Als de functie is gedeactiveerd, dan wor-
den de vervolgfuncties grijs weergegeven
en kunnen niet geselecteerd worden.
Instelbare functies: Selecteer de functie
en gebruik de pijltoetsen naar links en
rechts om de tussen de pijltoetsen aan-
gegeven waarde te veranderen.
5. Als u terug wilt naar het vorige menu of
parameterpunt, tikt u linksboven in de
kopregel van het display op de naam van
het hoger liggende punt.
6. Als u alle parameters geprogrammeerd
heeft, slaat u de waarden op met de knop
STOP.
7. Druk hierna op de knop START:
ARTROMOT®-S4 controleert de ingestel-
de waarden, gaat naar de middenpositie
tussen de ingestelde endo- en exorota-
tiewaarde, naar de middenpositie tussen
de ingestelde flexie- en extensiewaarde,
en naar de maximaal ingestelde adduc-
tiewaarde, en stopt dan.
8. Druk nogmaals op de knop START om
met de behandeling te beginnen.
Bewegingspatroon PNF:
De slede gaat vervolgens naar de combi-
natie van maximale endorotatiewaarde en
maximale flexiewaarde. Dan gaat de slede
naar de combinatie van maximale exoro-
tatiewaarde, maximale abductiewaarde en
maximale extensiewaarde, en vervolgens
naar de combinatie van de maximale adduc-
tiewaarde, maximale endorotatiewaarde en
maximale flexiewaarde. Na het bereiken van
deze positie begint de bewegingscyclus op-
nieuw doordat de slede naar de combinatie
van maximale abductiewaarde, maximale
exorotatie en maximale extensiewaarde
gaat.
Bewegingspatroon Golf:
De slede gaat eerst naar de maximale flexie-
waarde. Hier worden alle drie de motors
gesynchroniseerd zodat een bewegings-
patroon in de vorm van een liggende acht
ontstaat.
Patiënten met
geprogrammeerde chipkaart
• Voer eerst de mechanische instellingen
uit.
• Steek de chipkaart in de afstandsbedie-
ning (de patiënt mag nog niet op de be-
wegingslede geplaatst zijn).
• Druk op de toets START: de bewegings-
slede gaat naar de startpositie van de pa-
rameter die op de chipkaart is opgeslagen
en stopt.
• Plaats nu de patiënt op de bewegingssle-
de en druk op de knop START om met de
behandeling te beginnen.
308