4.5.3.2 Aansluiting sanitair
(enkel voor VUW)
De koudwatertoevoerleiding van even-
tuele onreinheden ontdoen door ze
meermaals te spoelen. De koudwater
(3, Afb. 4.5) - en de warmwaterlei-
ding (4, Afb. 4.5) aan de respectieve-
lijke
1
/
"-aansluitingen aansluiten met
2
behulp van de meegeleverde sanitaire
aansluitset.
Opmerking :De maximale sanitaire
werkingsdruk bedraagt 10 bar. Indien
de waterdruk hoger dan 5 bar ligt,
moet de koudwatertoevoerleiding met
een drukreductor uitgerust worden.
4.5.3.3 Aansluiting van de
veiligheidsklep aan de afloop
De gaswandketel is uitgerust met een
veiligheidsklep die bij gesloten centra-
le verwarmingsinstallaties de wandke-
tel beschermt tegen overdrukken. Het
is aangeraden deze veiligheidsklep
door middel van een afvoerbuis
(aansluiting
3
/
") aan de riolering te
4
sluiten.
Om een goede afvoer te verzekeren
dient de afvoerbuis, zo kort mogelijk
te zijn en naar beneden toe weg van
de wandketel, aan de riolering aan-
gesloten te zijn. De afvoerbuis wordt
zo aan de riolering aangesloten dat
zij eventueel uitstromend warm water
of dampvorming geen schade aan
personen en/of nabijliggende voor-
werpen (wand, meubilair, enz.) kan
aanrichten. Verzeker dat er geen
kortsluiting veroorzaakt kan worden
met de elektrische installatie of bedra-
ding. De afvoerbuis dient duidelijk
zichtbaar te zijn.
4.4.3.4 Gasleiding
Samen met de gaswandketel en de
montageconsole wordt eveneens een
gaskraan
3
/
" meegeleverd (10,
4
Afb. 4.5). De gaskraan met behulp
van de 20 mm koppeling over de gas-
buis van de wandketel schuiven
(Afb. 4.6) en vastdraaien. De gaslei-
ding met een minimum diameter van
/
" aansluiten.
3
4
34
2
1
Afb. 4.6: De afbeelding wijst een VUW
Opmerking: de gasleiding dient in
functie van haar totale afstand en
haar drukverliezen zodanig gedimen-
sioneerd te worden, dat bij vollast van
de brander de minimum dynamische
gasdruk voor de specifieke gassoort
gerespecteerd wordt (gemeten aan de
ingang van de ketel, in bedrijf). Dit
opdat de wandketel haar volledig ver-
mogen haalt. Alle aansluitingen van
de gasinstallatie op ondichtheden con-
troleren !
3
4