nl
Bewaren onder vacuüm
To-Go-fles of bewaardoos
vacumeren
X Afbeeldingenreeks F
1. De voorbereide of bereide
levensmiddelen in de fles of gewenste
bewaardoos doen.
2. To-Go-fles: deksel met drinksluiting
aanbrengen en goed afsluiten. Deksel
openklappen.
3. Bewaardoos: deksel aanbrengen en
goed afsluiten. De datum met de beide
ringen op het deksel instellen.
4. De sluitklep volledig openen.
5. Vacuümslang op het vacuümventiel
aanbrengen.
6. De sluitklep sluiten. De slang op
de To-Go-fles of het deksel van de
bewaardoos aanbrengen.
7. Draaiknop op 0 draaien. Apparaat met
de toets
inschakelen.
8. Toets
9. De vacuümpomp zuigt de lucht uit de
fles of doos. Het symbool
Er gaan steeds meer leds van de
statusindicatie branden.
Aanwijzing: als de vooraf ingestelde
onderdruk niet wordt bereikt, licht
het symbool
op en zijn er 2 korte
signaaltonen te horen. X "Hulp bij
storingen" zie pagina 78
10. Alle leds van de statusindicatie branden.
De vooraf ingestelde onderdruk is
bereikt.
11. Apparaat met de toets
Stekker uit het stopcontact nemen.
12. De slang van de To-Go-fles of
bewaardoos nemen. De sluitklep
vasthouden en de slang van het
vacuümventiel verwijderen.
Zak met zipsluiting vacumeren
X Afbeeldingenreeks H
1. De levensmiddelen in de zak doen.
Opmerking: de zak niet te ver vullen.
Het gedeelte van de vacuümsluiting moet
schoon blijven. Bij het vacumeren van
sappige, vochtige of gemarineerde levens-
middelen is extra zorgvuldigheid nodig.
74
indrukken.
is verlicht.
uitschakelen.
2. De zak op een plat oppervlak plaatsen.
De lucht enigszins uit de zak drukken
en de zipsluiting over de gehele lengte
goed sluiten.
Opmerking: bij het vacumeren van
sappige, vochtige of gemarineerde
levensmiddelen de vacuümzak met
zipsluiting vanaf het werkblad omlaag laten
hangen. De vacuümsluiting moet zich op
de bovenkant van het werkblad bevinden.
X Afb. I
Belangrijk!
– De inhoud mag niet boven de
markeringslijn max komen.
– Beide afdichtingselementen en het
gedeelte boven de markeringslijn max
moeten schoon zijn.
– Als de zipsluiting niet schoon en volledig
gesloten is, kan er geen vacuüm worden
opgebouwd.
3. De sluitklep volledig openen.
4. Vacuümslang op het vacuümventiel
aanbrengen.
5. De sluitklep sluiten.
6. Aansluiting van de vacuümslang op de
vacuümsluiting van de zak drukken en
vasthouden.
7. Draaiknop op 0 draaien. Apparaat met
de toets
inschakelen.
8. Toets
9. De vacuümpomp zuigt de lucht uit de
zak. Het symbool
steeds meer leds van de statusindicatie
branden.
Aanwijzing: als de vooraf ingestelde
onderdruk niet wordt bereikt, licht
het symbool
op en zijn er 2 korte
signaaltonen te horen. X "Hulp bij
storingen" zie pagina 78
10. Alle leds van de statusindicatie branden.
De vooraf ingestelde onderdruk is
bereikt.
11. Apparaat met de toets
Stekker uit het stopcontact nemen.
12. De aansluiting van de vacuümslang van
de zak afhalen. De sluitklep vasthouden
en de slang van het vacuümventiel
verwijderen.
indrukken.
is verlicht. Er gaan
uitschakelen.