23 Reparatierichtlijnen
Voor alle werkzaamheden aan het apparaat de accu uit het apparaat nemen.
Storing
Apparaat schakelt tijdens het
gebruik uit
Gebruiksduur is te kort
Accu klemt bij het aanbrengen in
het apparaat/de acculader
Accu wordt niet geladen, hoewel de
led op de acculader groen brandt
Led op acculader knippert rood
1)STIHL adviseert de STIHL dealer
23 Reparatierichtlijnen
Door de gebruiker van dit apparaat mogen alleen
die onderhouds- en reinigingswerkzaamheden
worden uitgevoerd die in deze handleiding staan
beschreven. Verdergaande reparaties mogen
alleen door geautoriseerde dealers worden uit‐
gevoerd.
STIHL adviseert onderhouds- en reparatiewerk‐
zaamheden alleen door de STIHL dealer te laten
uitvoeren. De STIHL dealers worden regelmatig
geschoold en hebben de beschikking over Tech‐
nische informaties.
Bij reparatiewerkzaamheden alleen onderdelen
inbouwen die door STIHL voor dit apparaat zijn
vrijgegeven of technisch gelijkwaardige onderde‐
len. Alleen hoogwaardige onderdelen monteren.
0458-707-9621-B
Oorzaak
Vocht in het apparaat en/of de
accu
De accu of elektronica van het
apparaat is te warm
Elektrische of elektromagneti‐
sche storing
Accu niet volledig geladen
Levensduur van de accu is
bereikt, resp. overschreden
Geleiders vervuild
Accu te warm/te koud
(1 led op de accu brandt rood)
Geen elektrisch contact tussen
acculader en accu
Storing in de accu
(4 leds op de accu knipperen
gedurende ca. 5 seconden
rood)
Storing in acculader
Als dit wordt nagelaten is er kans op ongelukken
of schade aan de apparaat.
STIHL adviseert originele STIHL onderdelen te
monteren.
Originele STlHL onderdelen zijn te herkennen
aan het STlHL onderdeelnummer, aan het logo
{ en, indien aanwezig, aan het STlHL
onderdeellogo K (op kleine onderdelen kan dit
logo ook als enig teken voorkomen.).
24 Milieuverantwoord afvoe‐
Bij het milieuvriendelijk verwerken moeten de
nationale voorschriften met betrekking tot afval‐
stoffen in acht worden genomen.
Oplossing
door een geautoriseerde dea‐
1)
ler
worden gecontroleerd
Apparaat/accu laten drogen
Accu uit het apparaat nemen,
de accu en het apparaat laten
afkoelen
De accu verwijderen en nog‐
maals aanbrengen
Accu laden
Accu controleren
gen
Geleiders voorzichtig reinigen
Accu laten afkoelen/accu bij
temperaturen tussen ca. 15 °C
– 20 °C (59 °F – 68 °F) lang‐
zaam op temperatuur laten
komen
De acculader alleen in afgeslo‐
ten en droge ruimten bij omge‐
vingstemperaturen van +5 °C
tot +40 °C (41° F - 104° F)
gebruiken
De accu verwijderen en nog‐
maals aanbrengen
De accu uit het apparaat
nemen en weer aanbrengen.
Apparaat inschakelen – als de
leds nog steeds knipperen is de
accu defect en moet deze wor‐
den vervangen
Acculader door geautoriseerde
dealer laten controleren
ren
Nederlands
1)
en vervan‐
1)
155