Nederlands
De spilboring op beschadiging controleren. Door‐
slijpschijven met een beschadigde spilboring niet
gebruiken – kans op ongelukken!
Het toelaatbare toerental van de
doorslijpschijf moet even hoog of
hoger zijn dan het maximale spiltoe‐
rental van de doorslijpmachine! – Zie
hoofdstuk "Technische gegevens".
Gebruikte doorslijpschijven voor de montage
controleren op scheurtjes, breuken, kernslijtage,
vlakheid, materiaalmoeheid, beschadigde of ont‐
brekende segmenten, tekenen van oververhit‐
ting, (kleurverandering) en mogelijke beschadi‐
ging van de spilboring.
Nooit werken met gescheurde, uitgebroken of
verbogen doorslijpschijven.
Minderwaardige, resp. niet vrijgegeven diamant-
doorslijpschijven kunnen tijdens het doorslijpen
trillen (slingeren). Dit slingeren leidt ertoe dat
dergelijke diamant-doorslijpschijven in de slijp‐
voeg sterk worden afgeremd, resp. worden inge‐
klemd – gevaar door terugslag! Terugslag kan tot
dodelijk letsel leiden! Diamant-doorslijpschijven
die continu of ook slechts af en toe slingeren,
direct vervangen.
Diamant-doorslijpschijven nooit richten.
Geen doorslijpschijven gebruiken die op de
grond zijn gevallen – beschadigde doorslijpschij‐
ven kunnen breken – kans op ongelukken!
Bij kunsthars doorslijpschijven op de vervalda‐
tum letten.
2.9.2
Doorslijpschijven monteren
De spil van de doorslijpmachine controleren,
geen doorslijpmachine met een beschadigde spil
gebruiken – kans op ongelukken!
Bij diamant-doorslijpschijven op de draairich‐
tingspijlen letten.
De voorste drukring aanbrengen – de spanbout
vast aantrekken – de doorslijpschijf met de hand
ronddraaien, hierbij de axiale en radiale slinge‐
ring visueel controleren.
2.9.3
Doorslijpschijven bewaren
De doorslijpschijven droog en vorstvrij, bij gelijk‐
blijvende temperaturen op een vlakke onder‐
grond opslaan – kans op breuk en versplinteren!
De doorslijpschijven zo bewaren dat deze niet
kunnen worden blootgesteld aan schoksgewijs
contact met de vloer of andere voorwerpen.
132
2.10
Voor de werkzaamheden
De doorslijpmachine op technisch goede staat
controleren – het desbetreffende hoofdstuk in de
handleiding in acht nemen:
– De schakelhendel en blokkeerknop moeten
goed gangbaar zijn – de schakelhendel en de
blokkeerknop moeten na het loslaten automa‐
tisch terugkeren in de uitgangspositie
– De doorslijpschijf moet voor het door te slijpen
materiaal geschikt zijn, in goede staat verke‐
ren en correct zijn gemonteerd (draairichting
en goed vastzitten)
– Schakelhendel bij niet-ingedrukte blokkeer‐
knop geblokkeerd
– Arrêteerhendel moet gemakkelijk in stand
‚ resp. ƒ kunnen worden geplaatst
– Geen wijzigingen aan de bedieningselemen‐
ten en de veiligheidsinrichtingen aanbrengen
– De handgrepen moeten schoon en droog, vrij
van olie en vuil zijn – belangrijk voor het veilig
werken met de doorslijpmachine
– De contacten in de accuschacht van de door‐
slijpmachine op vreemde voorwerpen en ver‐
vuiling controleren
– De accu correct aanbrengen – moet hoorbaar
vastklikken
– Geen defecte of vervormde accu's gebruiken
– Bij nat slijpen zorgen voor voldoende water‐
toevoer
De doorslijpmachine mag alleen in technisch
goede staat worden gebruikt – kans op ongeluk‐
ken!
2.11
Apparaat inschakelen
Alleen op een vlakke ondergrond, op een stabi‐
ele en veilige houding letten, de doorslijpma‐
chine goed vasthouden – de doorslijpschijf mag
niet de grond, noch enig ander voorwerp raken
en niet in de slijpvoeg liggen.
De doorslijpmachine wordt slechts door één per‐
soon bediend. Andere personen buiten het werk‐
gebied houden.
Inschakelen zoals staat beschreven in de hand‐
leiding – zie "Apparaat inschakelen".
De doorslijpschijf blijft nog even draaien nadat de
schakelhendel wordt losgelaten – kans op letsel
door het uitloopeffect!
2.12
Tijdens de werkzaamheden
De doorslijpmachine alleen gebruiken voor het
met de hand doorslijpen.
2 Veiligheidsinstructies
0458-707-9621-B