Nederlands
STIHL adviseert de doorslijpmachine met STIHL
accu's van het type AP te gebruiken.
Bij werkzaamheden, die niet op de grond kunnen
worden uitgevoerd, mag de doorslijpmachine
alleen met de direct aangebrachte STIHL accu's
van het type AP worden gebruikt.
Geen wijzigingen aan de doorslijpmachine aan‐
brengen – uw veiligheid kan hierdoor in gevaar
worden gebracht. Voor persoonlijke en materiële
schade die door het gebruik van niet-vrijgegeven
aanbouwapparaten wordt veroorzaakt is STIHL
niet aansprakelijk.
2.3
Kleding en uitrusting
De voorgeschreven kleding en uitrusting dragen.
De kleding moet doelmatig zijn en
mag tijdens het werk niet hinderen.
Nauwsluitende kleding – combipak,
geen stofjas
Bij het doorslijpen van staal, kleding van moeilijk
ontvlambaar materiaal dragen (bijv. leer of met
een vlamvertragend middel behandeld katoen) –
geen synthetische vezels – brandgevaar door
vonkenregen!
De kleding moet vrij zijn van brandbare stoffen
(spanen, brandstof, olie, enz.).
Geen kleding dragen die verward kan raken in
de bewegende delen van het apparaat – geen
sjaal, stropdas en sieraden. Lang haar in een
paardenstaart binden en deze vastzetten.
Veiligheidslaarzen met een stroeve,
slipvrije zool en stalen neus dragen.
WAARSCHUWING
Om de kans op oogletsel te reduce‐
ren een nauw aansluitende veilig‐
heidsbril volgens de norm EN 166
dragen. Erop letten dat de veilig‐
heidsbril goed zit.
"Persoonlijke" gehoorbescherming dragen –
zoals bijv. oorkappen.
Veiligheidshelm dragen bij gevaar voor vallende
voorwerpen.
Tijdens het werk kan/kunnen er stof
(bijv. kristalstof uit het door te slijpen
voorwerp), vrijkomende dampen en
rook ontstaan – gevaar voor de
gezondheid!
Bij stofontwikkeling altijd een stofmasker dragen.
130
Bij te verwachten vrijkomende dampen of rook
(bijv. bij het doorslijpen van composieten) een
mondkapje dragen.
Robuuste werkhandschoenen van
slijtvast materiaal dragen (bijv. leer).
STIHL biedt een omvangrijk programma aan per‐
soonlijke beschermuitrusting.
Staat van de uitrusting voor gebruik controleren
en beschadigde delen vervangen.
2.4
Vervoeren
Voor het vervoer – ook over korte afstanden –
het apparaat altijd uitschakelen, de arrêteerhen‐
del in stand ƒ plaatsen en de accu uit de door‐
slijpmachine nemen. Hierdoor wordt het onbe‐
doeld aanlopen van de motor voorkomen.
Een nat geworden doorslijpmachine, resp. een
nat geworden accu los van elkaar laten drogen.
Tijdens het vervoer er zorg voor dragen dat de
doorslijpmachine en de accu droog blijven. De
accu alleen in schone en droge containers ver‐
voeren, geen metalen containers gebruiken.
De doorslijpmachine alleen met een hieruit geno‐
men accu vervoeren.
De doorslijpmachine alleen aan de draagbeugel
dragen – de doorslijpschijf naar achteren gericht.
De doorslijpmachine nooit met gemonteerde
doorslijpschijf vervoeren – kans op breuk!
In auto's: de doorslijpmachine tegen kantelen en
beschadiging beveiligen.
2.5
Reinigen
Kunststof onderdelen reinigen met een doek.
Agressieve reinigingsmiddelen kunnen het kunst‐
stof beschadigen.
Stof en vuil op de doorslijpmachine verwijderen –
geen vetoplossende middelen gebruiken.
Koelluchtsleuven indien nodig reinigen.
Metaalspanen opzuigen – niet met perslucht
wegblazen.
De geleidegroeven van de accu vrijhouden van
vuil – indien nodig reinigen.
Voor het reinigen van de doorslijpmachine geen
hogedrukreiniger gebruiken. Door de harde
waterstraal kunnen onderdelen van de doorslijp‐
machine worden beschadigd.
De doorslijpmachine niet met water afspuiten.
2 Veiligheidsinstructies
0458-707-9621-B