6.9.
Bedieningstips
6.9.1.
Oven warmt te langzaam op
• Als er een te hoge opstooksnelheid wordt ingevoerd die de oven niet kan volgen, schakelt de regelinstallatie naar
stoken op vollast tot de gewenste temperatuur is bereikt. Daarna gaat de regelinstallatie verder met de volgende
opstook- of afkoelfase of de volgende pendelfase.
• Als er een te hoge afkoelsnelheid wordt ingevoerd die de oven niet kan volgen, schakelt de regelinstallatie naar
nullastvermogen tot de gewenste temperatuur is bereikt. Daarna gaat de regelinstallatie verder met de volgende
opstook- of afkoelfase of de volgende pendelfase.
6.9.2.
Opstook- en afkoelfasen
•
Met de regelinstallatie kan opstoken en afkoelen gecontroleerd in fasen worden geregeld.
•
Door de gewenste eindtemperatuur te vergelijken met de eindtemperatuur van het vorige segment wordt de vereiste
fase bepaald. Deze wordt vervolgens in de grafische weergave van het programmaverloop getoond.
•
Bij een normale afkoelfase wordt niet actief (koelsysteem met ventilator), maar op natuurlijke wijze gekoeld. Bij
natuurlijk koelen wordt het warmteverlies gecompenseerd door gericht 'tegenverwarmen', waardoor de oven
langzaam afkoelt.
6.9.3.
Koellucht toevoeren bij afkoelfasen
LET OP
Het toevoeren van koellucht met een ventilator bij een stooktemperatuur van meer dan 600 °C kan
schade aan het isolatiemateriaal of aan de verwarmingsspiralen veroorzaken.
⇒ Koude lucht mag pas worden toegevoerd als de temperatuur lager dan 600 °C is.
⇒ Laat een koelsysteem met ventilator nooit tijdens het stoken draaien!
⇒ De koeling wordt pas ingeschakeld tijdens de afkoelfase als er niet meer wordt gestookt en de
⇒ Als er een koelventilator wordt gebruikt, moet de luchtafvoeropening open zijn.
⇒ Wij adviseren u niet te vroeg te koelen, omdat dit een negatieve invloed kan hebben op
De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade aan het isolatiemateriaal of de
verwarmingsspiralen als gevolg van het niet opvolgen van de aanwijzingen.
6.9.4.
Programmageheugen
Zodra de regelaar wordt uitgeschakeld, worden alle programma's en benodigde gegevens opgeslagen.
6.9.5.
Stookwaarden aanpassen
Met de regelaar kunnen tijdens de uitvoering van het programma bepaalde stookwaarden worden gewijzigd:
g
•
Druk op toets
•
De parameter wordt in de grafische weergave van het programmaverloop met een knipperend symbool
weergegeven.
•
De stookwaarde wordt weergegeven op het centraal display en kan zoals gebruikelijk worden aangepast met de
d
f
toetsen
en
•
De waarden van het actuele segment of de segmenten die nog moeten worden uitgevoerd, kunnen worden
gewijzigd.
•
Ondertussen loopt het stookproces gewoon verder.
•
Als er in de volgende 20 seconden niet op een toets wordt gedrukt, schakelt de regelaar naar het actieve display
terug (of onmiddellijk nadat 'END' (EINDE) op het display verschijnt).
•
Deze programmawijzigingen worden opgeslagen en blijven beschikbaar voor latere stookprocessen.
temperatuur lager dan 600 °C is!
keramiek en glazuur evenals op de levensduur van de ovenstenen en de verwarmingsspiralen.
om tijdens het stookproces de gewenste parameter te selecteren.
.
184 / 280