Ga als volgt te werk om koelen/verwarmen te selecteren:
1
Selecteer het koel/verwarmingsmenu via het hoofdmenu.
(Raadpleeg het hoofdstuk
"Hoofdmenu" op pagina
2
Plaats de cursor achter MODE met behulp van de K-toets.
3
Selecteer de gewenste instelling met behulp van de g- en h-
toetsen.
4
Druk de K-toets in om te bevestigen.
De cursor gaat terug naar de linkerbovenhoek van het scherm.
Instellen van de temperatuur
De unit voorziet de definitie en selectie van vier of twee afzonderlijke
temperatuurinstelpunten.
Bij koelen zijn twee instelpunten gereserveerd voor inlaatbesturing
van de verdamper.
INLSETP 1 E: waterinlaattemperatuur van verdamper, instelpunt 1,
INLSETP2 E: waterinlaattemperatuur van verdamper, instelpunt 2.
Bij
verwarmen
zijn
twee
inlaatbesturing.
INLSETP 1 C: waterinlaattemperatuur van condensor, instelpunt 1,
INLSETP 2 C: waterinlaattemperatuur van condensor, instelpunt 2.
Bij dubbele thermostaatwerking zijn twee instelpunten gereserveerd
voor inlaatbesturing van de verdamper en de twee andere voor
inlaatbesturing van de condensor.
INLSETP 1 E: waterinlaattemperatuur van verdamper, instelpunt 1,
INLSETP 2 E: waterinlaattemperatuur van verdamper, instelpunt 2.
INLSETP 1 C: waterinlaattemperatuur van condensor, instelpunt 1,
INLSETP 2 C: waterinlaattemperatuur van condensor, instelpunt 2.
De keuze tussen instelling 1 en 2 gebeurt met behulp van een
afstandsschakelaar voor tweevoudige instelling (door de klant te
monteren). De eigenlijke instelling kan worden afgelezen in het
afleesmenu.
Als u manuele besturing selecteert (raadpleeg
instelmenu" op pagina
9), zal geen enkele van de hierboven
vermelde instellingen actief zijn.
Om een instelling aan te passen, gaat u als volgt te werk:
1
Selecteer het instelmenu via het hoofdmenu. (Raadpleeg het
hoofdstuk
"Hoofdmenu" op pagina
Als het gebruikerspaswoord niet van toepassing is om de
instellingen te wijzigen (raadpleeg
pagina
9) zal de besturing meteen het instelmenu selecteren.
Als het gebruikerspaswoord wel van toepassing is om
instellingen te wijzigen dient u de correcte code in te geven met
gebruik van de g- en h-toetsen (raadpleeg
paswoordmenu" op pagina
bevestigen en het instelmenu te selecteren.
2
Selecteer de te wijzigen instelling met behulp van de K-toets.
Een instelling is geselecteerd als de cursor knippert achter de
naam van de instelling.
Het ">" teken geeft de eigenlijke temperatuurinstelling weer.
3
Druk op de g- en h-toetsen om de temperatuurinstelling te
wijzigen.
De fabrieks-, grens- en trapwaarden van de instelpunten voor
koeltemperatuur
(verdamper)
(condensor) zijn als volgt:
standaardwaarde
(a)
limietwaarden
stapgrootte
(a) Voor glycolunits kan men de benedengrens van de instelling van de
koeltemperatuur in de fabriek aanpassen:
INLSETP IN E/C: 5°C, 3°C, –2°C, –7°C
EWWQ049~064KAW1M + ECB2+3MUCW
Watergekoelde ijswaterkoelgroepen
D-EOMHP01008-17EU_01
9.)
instelpunten
gereserveerd
"Gebruikers-
9.)
"Gebruikersinstelmenu" op
"Gebruikers-
10). Druk op K om het paswoord te
en
verwarmingstemperatuur
INLSETP IN E
INLSETP IN C
12°C
30°C
8 --> 23°C
15--> 50°C
0.1°C
0.1°C
4
Druk op de K-toets om de aangepaste temperatuurinstelling te
bewaren.
Als de instelling bevestigd is zal de cursor naar de volgende
instelling verspringen.
5
Om andere instellingen te wijzigen dient u dezelfde procedure
vanaf punt 2 te herhalen.
LET OP
Raadpleeg tevens
pagina
12.
Terugstellen van de unit
De units zijn uitgerust met drie soorten beveiligingen: unit-
beveiligingen, modulebeveiligingen en netwerkbeveiligingen.
Als een beveiliging van de unit in werking wordt gesteld worden alle
compressoren uitgeschakeld. Het menu "safeties" (veiligheden) zal
aangeven
welke
COMPRESSOR STATUS-scherm van het uitleesmenu zal voor alle circuits
aanduiden OFF - SAFETY ACTIVE.Het rode controlelampje in de p-toets
licht op en de zoemer binnenin de besturing wordt in werking gesteld.
voor
Als een beveiliging van de module in werking wordt gesteld, worden
de compressors van de desbetreffende module uitgeschakeld. Het
COMPRESSOR STATUS-scherm van het afleesmenu zal voor de
betrokken module OFF - SAFETY ACTIVE aangeven. Het rode
controlelampje in de p-toets licht op en de zoemer binnenin de
besturing wordt in werking gesteld.
Als de unit uitvalt door een voedingsonderbreking zal het automatisch
worden teruggesteld en herstarten als de voeding wordt hersteld.
Om de unit terug te stellen, dient u als volgt te werk te gaan:
1
Druk op de p-toets om het alarm te bevestigen.
De zoemer wordt buiten werking gesteld.
De besturing schakelt automatisch over naar het desbetreffende
scherm van het beveiligingsmenu: beveiliging van de unit of
beveiliging van het circuit.
2
Zoek de oorzaak van de uitval en verhelp het.
Raadpleeg de hoofdstukken
gestelde beveiligingen en controle van de unitstatus" op
pagina 13
en
"Storingsopsporing" op pagina
Als een beveiliging kan worden teruggesteld zal het controle-
lampje onder de p-toets beginnen te knipperen.
3
Druk op de p-toets om de beveiligingen terug te stellen die niet
langer actief zijn.
Eenmaal alle beveiligingen buiten werking en teruggesteld zal
het controlelampje onder de p-toets doven. Als een van de
beveiligingen nog actief is zal het controlelampje onder de p-
toets opnieuw oplichten. In dit geval dient u terug te gaan naar
punt 2.
4
Als een beveiliging van de unit in werking is gesteld of als alle
modules zijn uitgeschakeld als gevolg van het in werking treden
van beveiligingen van de module dient u de unit in te schakelen
met behulp van de o-toets.
Als de gebruiker de voeding afsluit om een beveiliging te
herstellen zal de beveiliging automatisch worden terug-
gesteld bij het herstellen van de voeding.
LET OP
De archiefinformatie, of het aantal keren dat een
beveiliging van de unit of het circuit in werking is
gesteld en de unitstatus op het moment van de uitval,
kunt u controleren met behulp van het archiefmenu.
"Bepalen van de weektimer" op
veiligheidsvoorziening
werkzaam
"Opsomming van in werking
14.
Gebruiksaanwijzing
is.
Het
8