72 | Nederlands
permanent brandt. Na voltooiing van het nivelleren start het
meetgereedschap automatisch in de rotatiemodus.
Als het meetgereedschap na het inschakelen of na een posi-
tieverandering meer dan 8 % scheef staat, dan is nivelleren
niet meer mogelijk. In dit geval wordt de rotor gestopt, de la-
ser knippert en de statusaanduiding (5) brandt permanent
rood.
Plaats het meetgereedschap opnieuw in de juiste positie en
wacht het nivelleren af. Zonder opnieuw in de juiste positie
plaatsen wordt na 2 minuten de laser en na 2 uur het meet-
gereedschap uitgeschakeld.
Als het meetgereedschap klaar is met nivelleren, controleert
het voortdurend de horizontale positie. Bij positieverande-
ringen wordt automatisch genivelleerd. Om foutieve metin-
gen te voorkomen, stopt tijdens het nivelleren de rotor, de
laser knippert en de statusaanduiding (5) knippert groen.
Schokwaarschuwingsfunctie
Het meetgereedschap heeft een schokwaarschuwingsfunc-
tie. Deze voorkomt bij positieveranderingen of trillingen van
het meetgereedschap of bij trillingen van de ondergrond het
nivelleren in veranderde positie en daarmee fouten door een
verschuiving van het meetgereedschap.
Schokwaarschuwing inschakelen: Na het inschakelen van
het meetgereedschap is de schokwaarschuwingsfunctie bij
fabrieksinstelling ingeschakeld (de aanduiding
schokwaarschuwing (3) brandt groen). De schokwaarschu-
wing wordt ongeveer 30 seconden na het inschakelen van
het meetgereedschap of het inschakelen van de schokwaar-
schuwingsfunctie geactiveerd.
Schokwaarschuwing geactiveerd: Als bij een positieveran-
dering van het meetgereedschap het bereik van de nivelleer-
nauwkeurigheid overschreden of een sterke trilling geregi-
streerd wordt, dan wordt de schokwaarschuwing geacti-
veerd: het roteren van de laser wordt gestopt, de laserstraal
knippert, de statusaanduiding (5) gaat uit en de aanduiding
schokwaarschuwing (3) knippert rood.
Druk bij geactiveerde schokwaarschuwing kort op de aan/
uit-toets (4). De schokwaarschuwingsfunctie wordt opnieuw
gestart en het meetgereedschap begint met het nivelleren.
Zodra het meetgereedschap klaar is met nivelleren (de
statusaanduiding (5) brandt permanent groen), start het au-
tomatisch in de rotatiemodus.
Controleer nu de positie van de laserstraal aan de hand van
een referentiepunt en corrigeer de hoogte van het meetge-
reedschap eventueel.
Als bij geactiveerde schokwaarschuwing de functie door
drukken op de aan/uit-toets (4) niet opnieuw wordt gestart,
dan worden na 2 minuten de laser en na 2 uur het meetge-
reedschap automatisch uitgeschakeld.
Schokwaarschuwingsfunctie uitschakelen: Voor het uit-
of inschakelen van de schokwaarschuwingsfunctie drukt u
3 s lang op de aan/uit-toets (4). Bij geactiveerde schokwaar-
schuwing (aanduiding schokwaarschuwing (3) knippert
rood) drukt u eerst een keer kort op de aan/uit-toets en dan
opnieuw 3 s lang. Bij uitgeschakelde schokwaarschuwing
gaat de aanduiding schokwaarschuwing (3) uit.
1 609 92A 5S3 | (09.09.2020)
Als de schokwaarschuwingsfunctie werd ingeschakeld, dan
wordt deze na ongeveer 30 s geactiveerd.
De instelling van de schokwaarschuwingsfunctie wordt bij
het uitschakelen van het meetgereedschap opgeslagen.
Mauwkeurigheidscontrole van het
meetgereedschap
Nauwkeurigheidsinvloeden
De grootste invloed oefent de omgevingstemperatuur uit.
Vooral vanaf de grond naar boven toe verlopende tempera-
tuurverschillen kunnen de laserstraal afbuigen.
Omdat de temperatuurverschillen bij de grond het grootst
zijn, dient u het meetgereedschap vanaf een meettraject van
20 meter altijd op een statief te monteren. Plaats het meet-
gereedschap bovendien indien mogelijk in het midden van
het werkvlak.
De afwijkingen zijn relevant vanaf een meettraject van ca.
20 meter en kunnen bij 100 meter zelfs het twee- tot vier-
voudige van de afwijking bij 20 meter bedragen.
Naast externe invloeden kunnen ook toestelspecifieke in-
vloeden (zoals val of sterke stoten) leiden tot afwijkingen.
Controleer daarom de nivelleernauwkeurigheid, telkens
voordat u begint te werken.
Als het meetgereedschap bij een van de controles de maxi-
male afwijking overschrijdt, dient u het door een Bosch-klan-
tenservice te laten repareren.
Nivelleernauwkeurigheid controleren
Voor een betrouwbaar en nauwkeurig resultaat wordt de
controle op een vrij meettraject van 30 m op een vaste on-
dergrond voor een muur aangeraden. Voer voor beide assen
telkens een compleet meetproces uit.
– Monteer het meetgereedschap op een afstand van 30 m
van de muur op een statief of zet het op een stevige, vlak-
ke ondergrond. Schakel het meetgereedschap in.
30 m
– Markeer na voltooiing van het nivelleren het midden van
de laserstraal op de muur (punt Ⅰ).
Bosch Power Tools