NEDERLANDS
LEES ONDERSTAANDE GEBRUIKSAANWIJZING AANDACHTIG EN VOLLEDIG DOOR
VOORDAT U DIT INSTRUMENT GEBRUIKT. JUIST GEBRUIK IS BELANGRIJK VOOR
EEN GOEDE WERKING VAN HET PRODUCT.
BEOOGD GEBRUIKERSPROFIEL:
De gebruiker moet in staat zijn om:
de instructies, waarschuwingen en aandachtspunten te lezen en te
•
begrijpen.
BEOOGD GEBRUIK/INDICATIES: Post-operatief gebruik na minimaal
invasieve heupprocedures; labrumreparatie, met of zonder gluteus
mediusreparatie; ROM-controle na primaire of heuprevisiechirurgie;
post-operatief gebruik na proximale hamstringreparatie.
CONTRA-INDICATIES: Pulmonale, cardiovasculaire of
skeletaandoeningen waarbij een risico bestaat van verslechtering door
compressie en/of druk; instabiele, verplaatste fracturen.
WAARSCHUWINGEN EN AANDACHTSPUNTEN: Neem onmiddellijk
contact op met uw arts als u pijn, zwelling, gevoelsveranderingen of
andere ongebruikelijke reacties ondervindt bij gebruik van dit product.
INFORMATIE OVER HET AANBRENGEN: Maak het product passend
voor de patiënt vóór de operatie, voor de beste resultaten.
OPMETEN: De VersaROM Hip past de meeste tailles van 64 cm - 135 cm
1.
Meet de taille ter hoogte van de navel.
2.
Lijn de rand van het achterste riemonderdeel uit met de markering
op de meetstrip die overeenkomt met de opgemeten tailleafmeting.
Voeg beide onderdelen weer volledig samen. (Afbeelding A)
3.
Voor patiënten met een taille SMALLER dan 86 cm: Maak de
zijvleugels van het achterste riemonderdeel los. Verwijder de
zijvleugels en gooi deze weg (Afbeelding B). Maak het aangepaste
riemonderdeel weer vast aan het achterste riemonderdeel. Haal,
nadat de tailleband ingekort is, de twee zwarte klittenbandadapters
uit de verpakking. Maak de klittenbandadapters vast aan het
achterste riemonderdeel, zodat alle klittenbanddelen bedekt zijn.
Opmerking: In de verpakking is een verlengstuk inbegrepen voor
patiënten met een taille breder dan 135 cm.
INSTRUCTIES VOOR HET AANBRENGEN:
4. Vouw de tailleriem op ongeveer 2,5 cm boven het breedste deel van
de heupen en maak het klittenbandhulpstuk vast aan de voorzijde
van de patiënt. (Afbeelding C)
5.
Maak het bekkenomhulsel en de scharniereenheid klaar voor
plaatsing. Stel de flexie- en extensiestoppen in door de middelste knop
aan de voorzijde van het scharnier in te drukken en de respectievelijke
lipjes in de gewenste positie te plaatsen. (Afbeelding D)
Opmerking: Zorg ervoor dat de middelste knop naar de volledig
vergrendelde positie terugkeert. Er is dan een klik te horen en de
middelste knop komt naar voren in de vergrendelde stand.
6. Verwijder het rode "treklipje" op het bekkenomhulsel en de
rode "beschermstrip" op het dijbeenonderdeel NIET. Plaats het
bekkenomhulsel en de scharniereenheid lateraal in het midden
en zorg dat de bovenkant net onder de bovenrand van de riem is
uitgelijnd. Verplaats indien nodig. (Afbeelding E)
Opmerking: Er zijn twee draaipuntinstelknoppen. Eén
draaipuntinstelknop bevindt zich boven het bewegingsbereik en
de andere bevindt zich onder het bewegingsbereik. De abductie-/
adductiehoeken kunnen worden gewijzigd door op de verzonken
knoppen in het midden van iedere draaipen te drukken. Hierdoor
kan de gewenste hoek worden ingesteld terwijl het scharnier zo
min mogelijk uitsteekt. (Afbeelding F)
7.
Trek het rode treklipje van het bekkenomhulsel af zodra het
bekkenonderdeel juist is geplaatst en maak de klittenbandvleugels
volledig vast. (Afbeelding G)
8.
Schuif het dijbeenonderdeel omhoog en omlaag op de distale
balk om de gewenste positie te bereiken. Laat genoeg ruimte
vrij voor kniebeweging. Herplaats indien nodig zonder de rode
beschermstrip te verwijderen. Verwijder de rode beschermstrip als
12